PROJECT IN DE KIJKER
Dimension 72 – mei 2024
Bijzondere verwevenheid van functies
-
-
-
-
-
-
-
-
-

De toevoeging van een nieuwe binnenstraat zorgt op het maaiveld voor een duidelijke fysieke scheiding tussen politie en andere functies, en regelt tegelijk de publieke toegang tot de kunstencampus enerzijds en het politiecommissariaat anderzijds. Het gemotoriseerd verkeer van de politie is echter volledig van deze binnenstraat afgesloten.

De nieuwe gevel zorgt voor een drastische verandering in de aanblik van het gebouw. Op het gelijkvloers openen de verschillende functies zich naar de openbare ruimte toe, terwijl de beglazing en aluminium gevelbekleding erboven vooral licht en kleur reflecteren. Het enorme spiegelvlak boven de ingang van het stadsarchief werpt de blik uitdrukkelijk terug op de stad en vormt een contrapunt voor de doorzichten die elders gecreëerd worden.

FVWW nodigde kunstenaar Gert Robijns uit om een interventie te doen in het gebouw. Het resultaat is een honderd meter lange architraaf met veertien aluminium kruisen, waarachter letters verborgen gaan. Wanneer de avond valt, licht zo het woord REGELMAATREGEL op: een samentrekking van regel, regelmaat, maat en maatregel die zinspeelt op de ongebruikelijke combinatie van functies in het gebouw.

Zicht vanuit de binnenstraat richting de kunstencampus. Hoewel er in functie van de verschillende veiligheidsvoorschriften gebruikgemaakt werd van verschillende types glas en schrijnwerk, werd de detaillering zodanig uitgewerkt dat er noch in de binnenstraat, noch in de gevels, een verschil te zien valt.

In tegenstelling tot de publieke gevels, waar de compositie van gevelmaterialen de horizontaliteit van het gebouw benadrukt, onderstrepen de aluminium en polycarbonaat panelen ter hoogte van de binnenpatio’s net de verticale oriëntatie.

Doorheen het volledige gebouw en zijn verschillende functies, werd met dezelfde vertrouwde materialen gewerkt. Ook de balie van het politiecommissariaat oogt dankzij het lichte dennenhout ‘vriendelijk’.

Zicht op het enorme, open atelier voor tekenkunst, schilderkunst en grafiek op de derde verdieping van de kunstencampus. Net als andere ruimtes van de kunstencampus wordt ze gekenmerkt door een rode gietvloer.

De akoestiek was een van de grote uitdagingen in het project. Zowel de combinatie van diverse functies, waaronder muzieklokalen, als de eigenheid van de bestaande structuur zorgden voor een complexe opgave. Om de techniciteit op een visueel gepaste manier in het project te integreren werd onder meer gewerkt met heraklietpanelen in betontint en werden de houten lambriseringen heel precies in functie van de akoestiek vormgegeven.

Op het gelijkvloers voorziet het project tevens in een nieuwe podiumzaal.
PreviousNext
Met zijn lengte van bijna 100 m doorbrak het massieve RTT-gebouw op de Herentalse Molenvest al sinds de jaren 70 de schaal van rijwoningen en kleinschalige appartementsgebouwen. Vandaag wordt de binnenstedelijke omgeving er letterlijk en figuurlijk in weerspiegeld. De omvang van de betonnen kolos is weliswaar niet veranderd, maar de nieuwe invulling en dito gevelbekleding zoeken nu expliciete verbinding met de stad. Wie ’s avonds langs de façade uit aluminium en polycarbonaat wandelt, leest in de architraaf het woord REGELMAATREGEL: een interventie van kunstenaar Gert Robijns die veruitwendigt wat er zich binnen afspeelt.
Het volledige woordbeeld van REGELMAATREGEL laat zich niet zomaar opmerken. Met veertien letters verspreid over de volledige lengte van de gevel, zijn het eerder de fragmenten die leesbaar worden: regel, regelmaat, maat en maatregel. Zij zinspelen op de ongebruikelijke combinatie van functies die sinds kort in het vroegere RTT- of Belgacom-gebouw is ondergebracht: de stedelijke kunstencampus met academies voor zowel beeldende kunsten als muziek, woord en dans, het politiecommissariaat van politiezone Neteland, het stadsarchief, een podiumzaal en ruimtes voor het verenigingsleven. Een absoluut uniek programma dat net als het bestaande gebouw de nodige uitdagingen met zich meebracht.
Torenhoge ambities
Wouter Willems van architectenbureau FVWW, dat verantwoordelijk is voor het finale ontwerp, is de eerste om toe te geven dat het hier om een allerminst evidente combinatie van functies gaat. “Enerzijds zijn er de bijzondere veiligheidseisen van de politie; anderzijds wil je een omgeving creëren waar jonge kinderen op een veilige en inspirerende manier kunnen bijleren. Dat is een bijzondere opgave. De ambities van de opdrachtgevers – meervoud – lagen dan ook hoog. Bovendien was het duidelijk dat zowel de stad als de politie met het project een stedenbouwkundige en maatschappelijke meerwaarde wilden realiseren. De keuze om het grote, publieke programma onder te brengen in een bestaand gebouw in de kern van Herentals en zo de stedelijke kern te versterken, was voor ons in ieder geval een belangrijke trigger om in 2016 aan de Open Oproep deel te nemen.”
In die Open Oproep waren het vervolgens de Antwerpse architecten die met een duidelijk ambitieniveau wisten te overtuigen. Met name de focus op verbinding was voor jury en opdrachtgevers een doorslaggevende factor. Waar heel wat bureaus een strikte scheiding voorstelden tussen politie en andere gebruikers, zette FVWW net in op informeel contact tussen beide. “We zagen een enorm potentieel om de verschillende functies zowel op elkaar als op de stad te betrekken. In plaats van er zomaar schotten tussen te plaatsen, zijn we dan ook op zoek gegaan naar mogelijkheden om de diverse gebruikers op een verbindende manier te laten samenhuizen. Dat werd door de opdrachtgevers enorm geapprecieerd.”
De straat als organiserend principe
FVWW vertaalde zowel de eigen ambities als die van de opdrachtgevers in een meerlaags, maar goed werkend plan waarin de binnenstraat als centraal organiserend principe fungeert. De creatie van een publieke doorsteek die loodrecht aftakt op de Molenvest en dwars doorheen het gebouw loopt regelt de toegang naar de twee belangrijkste gebruikers, met aan de linkerzijde van de voetgangerszone de kunstencampus en aan de rechterzijde de publieke toegang tot het politiecommissariaat. “De binnenstraat faciliteert informele ontmoetingen, maar brengt noch de veiligheidseisen van de politie, noch de veiligheid van de leerlingen in het gedrang. In tegenstelling tot het onthaal zijn het gemotoriseerd verkeer van de politie, alsook het cellencomplex en de verhoorkamers namelijk volledig van de publieke voetgangerszone losgekoppeld. Zij kunnen kunnen enkel via een beveiligde inrit op de Molenvest bereikt worden.”
De creatie van de publieke doorsteek is een ogenschijnlijk eenvoudige architecturale ingreep, maar in werkelijkheid verbergt ze een belangrijke planmatige complexiteit. Lijken de verschillende functies in de plint nog mooi naast elkaar geschikt, met van links naar rechts het stadsarchief, de kunstencampus en de politie, dan worden ze op bovenliggende verdiepingen in alle richtingen met en in elkaar verweven. Zo bevinden de ateliers voor beeldhouwkunst en keramiek zich grotendeels in de achterbouw van het gelijkvloers, maar liggen die voor tekenkunst, schilderkunst en grafiek net op de derde verdieping vooraan. De academie voor muziek, woord en dans maakt de omgekeerde beweging en springt op de bovenste verdieping net achteruit. De lokalen voor muziekproductie komen zo pal bovenop de kantoorvloeren van de politie te liggen.
In de eerste plaats is de bijzondere schakeling van functies een gevolg van de bestaande situatie, waarbij de politie reeds twee kantoorvloeren in de achterbouw van het pand betrok, maar evenzeer is het het resultaat van een intense zoektocht naar een logische clustering en juiste routing. “Er is heel veel aandacht besteed aan de mechaniek van het gebouw”, aldus Willems. “Wat op plan een heel kluwen lijkt, wordt in de realiteit niet per definitie zo ervaren. De kantoren van de politie, die zich op de eerste en tweede verdieping van de achterbouw bevinden, zijn via een bestaande verticale kern en een klein stukje nieuwbouw bijvoorbeeld op het dwars georiënteerde onthaal gekoppeld. De circulatie van de kunstencampus, op haar beurt, wordt georganiseerd door een nieuwe, royaal vormgegeven trap in het hart van het gebouw. De disciplines die met de zwaarste materialen werken, zoals klei en natuursteen, bevinden zich op het gelijkvloers en enkel wie voor de muziekproductie komt, moet op de bovenste verdieping nog oversteken naar de achterzijde van het gebouw. Het mooie daaraan is dat je op die route zowel dansers als tekenaars en drummers kan tegenkomen. Naast de publieke doorsteek zijn namelijk ook de trappen, terrassen, foyers en luchtbrug als genereuze ontmoetingsplekken en katalysators voor kruisbestuiving opgevat.”
Democratisch, duurzaam en gedetailleerd
Niet alleen de organisatie van de ruimtes in het multifunctionele project is afgestemd op verbinding; ook de vormgeving creëert verwantschap tussen de verschillende programma’s. Zo zijn alle ruimtes en interieurs, ongeacht hun functie, getekend door hetzelfde beton, dennenhout en granito. Enkel de kleur van de gietvloer verraadt enige differentiatie: rood in de kunstencampus en groen in het stadsarchief en politiecommissariaat. “Het is een heel democratisch gebouw geworden. Als aanvulling op de bestaande betonstructuur hebben we bewust gebruikgemaakt van vriendelijke en vertrouwde materialen en alle gebruikers worden op dezelfde manier behandeld. Ook naar de toekomst toe is dat belangrijk, want door het uniforme en bescheiden materiaalgebruik kunnen ruimtes wanneer nodig relatief eenvoudig van functie wisselen.”
Toch is ook de eenvoud van het materiaalgebruik misleidend. De houten lambriseringen werden bijvoorbeeld heel precies in functie van de akoestiek vormgegeven en de eigenlijke vloeropbouw is ondanks het uniforme uitzicht in elke ruimte verschillend. “Er schuilt een verregaande techniciteit in het ontwerp”, vertelt Willems. “Opdat de vloer van het drumlokaal er precies hetzelfde kon uitzien als die van een landschapskantoor werd elk detail al in een vroege fase ontworpen. Hetzelfde geldt voor het schrijnwerk, dat kogelwerend is ter hoogte van de politiekantoren en akoestisch ter hoogte van de kunstencampus, maar toch exact hetzelfde oogt. In samenspraak met VK Engineering werd ook de integratie van technieken, zoals de led-verlichting en ventilatie met warmterecuperatie, heel precies doorgetekend. Op veel plaatsen zijn de kanalen zichtbaar, en het was belangrijk dat de kracht van de bestaande structuur daarbij niet aangetast werd. Om dat netjes te organiseren hebben we gewerkt met dikke wanden die volzitten met techniek. Zij fungeren als verticale verdeelwanden en zorgen ervoor dat het zichtbare kanaalwerk altijd netjes hangt.”
Nog een staaltje technisch vernuft vermomd als eenvoudig idee is de nieuwe gevel van het gebouw. Die werd maximaal geïsoleerd en vervolgens met aluminium en polycarbonaat bekleed. De bestaande ritmering van ramen werd behouden. “Door gebruik te maken van lichtgewicht materialen konden we de gevelelementen ondanks het dikke isolatiepakket toch met een beperkt aantal doorbrekingen aan de bestaande structuur ophangen. De echte kracht zit echter weer in de detaillering, die samen met Gevelinzicht vastgelegd werd. Die zorgt er immers voor dat de verschillende types schrijnwerk en beglazing zich toch overal op dezelfde manier aan gebruikers en passanten tonen.”
In dialoog met stedelijk weefsel
De nieuwe gevel zorgt in ieder geval voor een drastische verandering in de aanblik van het gebouw. In plaats van de zware mastodont van voorheen, oogt de kunstencampus nu helder en licht. Op het gelijkvloers opent elke functie zich naar de openbare ruimte toe, terwijl de beglazing en aluminium gevelbekleding op de hoger gelegen niveaus vooral licht en kleur reflecteren. Een enorm spiegelvlak ter hoogte van de grote bewaardepots van het stadsarchief werpt de blik uitdrukkelijk terug op de stad.
“In feite is het spiegelvlak een contrapunt voor de doorzichten die elders gecreëerd worden. Zo kijk je op het maaiveld onder meer door naar de binnenkoer van het beeldhouwatelier, krijg je via het beglaasde keramiekatelier zicht op een kleine binnentuin en creëert vooral de nieuwe doorsteek een enorm dieptezicht. De bedoeling is daarenboven dat de binnenstraat in de toekomst nog doorverbonden wordt met de achterliggende Collegestraat, waarmee het project zich verder inschrijft in de stedelijke context van Herentals die rijk is aan dergelijke kleinmazige voetgangersdoorsteken.”
Renovatiestress
Niettegenstaande het voormalige RTT-gebouw met de recente ingrepen een volledig nieuwe gevel en aanblik kreeg, beschouwde FVWW de bestaande structuur doorheen het project vooral als een gegeven. “We hebben niet getracht om het gebouw in een kunstmatige operatie te verschalen, maar zijn in de eerste plaats aan de slag gegaan met de structuur die we gevonden hebben. Op veel vlakken was dat een absoluut geschenk, want hoe realiseer je anders nog dergelijke verdiepingshoogtes en vrije overspanningen? Maar het bracht natuurlijk ook de nodige moeilijkheden met zich mee.”
Op logistiek vlak stelde vooral de vroegere functie van het gebouw een uitdaging. De vele schakelkasten in het gebouw werden weliswaar al jaren niet meer gebruikt, maar de zendmasten op het dak waren wel nog operationeel en ook ondergronds lag er nog een heleboel kritiek leidingwerk. Die zaken moesten tijdens de werken perfect operationeel blijven. “Dat was een vrij complexe opgave die heel wat vooronderzoek vergde. Alle bestaande kabeltracés werden in kaart gebracht en in het aanbestedingsdossier opgenomen en er werden extra selectiecriteria voor de aannemer toegevoegd. Uiteindelijk was het een kanjer van een aanbestedingsdossier.”
Ondertussen gebeurde er ook heel wat bouwtechnisch vooronderzoek, al werd de volle draagwijdte van de problemen daarmee nog niet blootgelegd. “We wisten dat er asbest en betonrot aanwezig was, maar vooral de hoeveelheid betonrot bleek in de werffase danig onderschat. Daarenboven kwam aan het licht dat de betonsamenstelling van de dakplaat in de achterbouw ondermaats was. Op die locatie moesten er uiteindelijk dus extra kolommen geplaatst worden en werden de balken structureel versterkt. De talloze betonherstellingen die doorheen het gebouw gebeurden werden bewust zichtbaar gehouden.”
Dat verrassingen eigen zijn aan een renovatie, was uiteraard geen nieuws voor Willems, maar de reactie van de bouwheren vond hij toch eerder zeldzaam. “Op geen enkel moment zijn zij in paniek geschoten, en daar waar onverwachte uitgaven doorgaans elders gecompenseerd moeten worden, hebben ze er hier niet toe geleid dat het ontwerp op andere plekken drastisch bijgeschaafd moest worden. Dat is ongetwijfeld een verdienste van de open communicatie en het groot wederzijds vertrouwen, maar het getuigt ook nog maar eens van hun ambitieniveau. Vooral dat maakt dit tot een bijzonder mooi project.”
Door Elise Noyez
Foto’s Michiel De Cleene
Projectfiche
- Opdrachtgevers: Stadsbestuur Herentals & Politiezone Neteland
- Architecten: FVWW
- Hoofdaannemer: Brebuild
- Studiebureau stabiliteit: VK Engineering
- Studiebureau technieken: VK Engineering
- Studiebureau akoestiek: VK Engineering
- Studiebureau gevel: Gevelinzicht
- Kunstinterventie: Gert Robijns
- Oppervlakte: 12.600 m2 (excl. ondergrondse fietsenstalling)
- Budget: 19.207.506 euro (excl. btw)
- Timing: 2016 - 2023