EVENTS  
Dimension 61 – september 2021

Biennale Architettura 2021 – How Will We Live Together?

De Architectuurbiënnale van Venetië opende in mei eindelijk de deuren. Het Belgisch Paviljoen vormt één van de absolute hoogtepunten. Het is één van de weinige architecturale antwoorden op de centrale vraag “How Will We Live Together” van curator Hashim Sarkis die er te zien zijn.

We hebben lang moeten wachten op deze nieuwe editie. Twee keer werd de 17de architectuurbiënnale uitgesteld, maar eind mei, exact een jaar later dan voorzien, was het eindelijk zover. Bijna alle landen tekenden er present. Enkele landenpaviljoenen in de Giardini bleven echter dicht, met niets meer dan een QR-code aan de ingang of een iets inventievere oplossing. Zoals bij het Canadese paviljoen, dat deels ingepakt werd in een greenscreen, zodat in Instagram een brandend brutalistisch gebouw, vuur en een gigantische spin verschijnt – we zijn vergeten wat het allemaal betekende. Het is overigens de biënnale van de QR-codes: zowel in de Arsenale als de Giardini zijn ze alomtegenwoordig. Duitsland heeft het paviljoen helemaal leeg gelaten en op verschillende plaatsen een QR-code aangebracht die naar de website 2038.xyz leidt – daarvoor kan u zich de verplaatsing alvast besparen.

Een tweede vaststelling is dat er verrassend weinig architectuur te zien is. Bij een gewone editie lopen de bijdrages uiteen: van kunstzinnige installaties tot maquettetentoonstellingen, met aan de basis een theoretisch discours of een plejade van recente projecten.

Briljante maquettes

Dit jaar is er echter maar één land dat de recente architectuurproductie etaleert, en dat is België, in een inzending die het midden houdt tussen een installatie en een maquettetentoonstelling. Het levert meteen een van de meest aantrekkelijke en populaire nationale presentaties op. Dirk Somers van Bovenbouw architecten stelde in opdracht van het Vlaams Architectuurinstituut een imaginaire stad voor die samengesteld is uit 50 maquettes op schaal 1/15.

‘Composite Presence’ is een lust voor het oog, met briljante maquettes in houten plaatmateriaal die geschilderd werden, waardoor de gekende Vlaamse “eenheid door verscheidenheid” ook in modeltermen vertaald is. De projecten zijn zo geselecteerd dat de fictieve stad de variatie van functies toont die eigen is aan Vlaamse steden, en zeker ook het amalgaam van stijlen en vormen die het architectuurlandschap uitmaken. De daad om elk project uit zijn context te halen en zomaar naast een ander neer te poten, is ergens wat vreemd, want wat met het fijnzinnig inspelen op de vaak moeilijke context waarmee Vlaamse architecten het gebrek aan stedenbouw proberen op te vangen? De nieuwe samenstelling reveleert echter ook veel over de projecten: overeenkomsten in typologie of de vorm van het perceel worden voor het eerst duidelijk: langgerekte kavels met een knik bijvoorbeeld.

Het is vooral een plezier om in het maquettelandschap te vertoeven, zoals die gepresenteerd is op tafelhoogte. Het Venetiaanse licht doet de installatie baden in het meest zachte licht, dat erg goed werkt bij de matte tinten van de zorgvuldig aangebrachte verflagen. Het is een erg genereuze inzending zowel voor de deelnemende bureaus – 45 architectenbureaus kregen een plaats op het grootste architectuurplatform ter wereld – als voor de bezoekers. Die vinden over de 50 projecten ook informatie terug in fiches met een plan en een foto van elk project.

Aan de overzijde van het paviljoen zijn trouwens andere voorbeelden te zien van capriccio’s, de imaginaire steden, samengesteld uit verschillende fragmenten, het resultaat van het extra jaar waarin de curator internationale architecten om hun postkaartversies vroeg. Ze zijn ook samengebracht in de interessante catalogus. Voor wie niet in Venetië zou geraken is er nog dit goed nieuws: in het najaar van 2022 zal de tentoonstelling onder een nieuwe vorm een plaats krijgen in Z33 in Hasselt.

Poëzie van de circulariteit

Enkele andere landen vielen ook op door hun doordachte en even secuur uitgevoerde presentaties. Het Amerikaans paviljoen, waar vaker een meer theoretische benadering de boventoon voert, richt zich nu met ‘American Framing’ op de geschiedenis van de alomtegenwoordige houtskeletbouw. Een drie verdiepingen hoog houten skelet sluit het voorplein van het neoclassicistische paviljoen af. Ook binnenin wordt met maquettes en foto’s de schoonheid van de verborgen structuur blootgelegd.

In het Japans paviljoen is het leven van een modale Japanse woning, ook al in hout, voorgesteld met plannen van de fases van het huis. De woning werd volledig ontmanteld en de meeste delen werden naast elkaar geëtaleerd terwijl andere elementen onder en rond het paviljoen voor nieuwe installaties gebruikt werden – de poëzie van circulariteit zoals enkel Japanners het zouden kunnen bedenken.

Modulair wonen op braakland

In de Arsenale valt de hoofdtentoonstelling wat tegen. De antwoorden die daar verschijnen, tot het exploreren van de ruimte toe, als in maankolonies, doen vaak aan alsof het studentenprojecten van meer dan twintig jaar geleden zijn. Een van de landen die op die site hun stek hebben, toont wel een architecturaal antwoord op een heel pertinente vraag. De inzending van het Groothertogdom Luxemburg is een modulaire woning in hout en staal die ingezet kan worden op braakliggende terreinen. ‘Homes for Luxembourg’ biedt daarmee een realistisch – en knap vormgegeven – antwoord op de uitdaging waar Luxemburg mee te kampen heeft. De helft van de werkende bevolking woont er namelijk niet omdat dat onmogelijk is wegens de hoge huizenprijzen, terwijl gronden door speculatie braak blijven liggen. Het voorstel sloeg al zo goed aan dat politici er lucht van kregen en het project onderwerp van debat geworden is. Het is exemplarisch voor wat de architectuurbiënnale zou kunnen en moeten doen: de juiste vragen stellen, een aantrekkelijk antwoord formuleren en zo het debat stimuleren – en liefst aan de hand van goede architecturale interventies. Misschien geen toeval dat de Luxemburgers hiervoor beroep deden op enkele Belgen: Sara Noel Costa De Araujo (Studio SNCDA), Koenraad Dedobbeleer, Ester Goris en Arnaud Hendrickx.

Biennale Architectura 2021, How Will We Life Together? Tot 21 november in Venetië

>> Composite Presence, Bovenbouw Architectuur/Dirk Somers (curator), Sofie De Caigny, Maarten Van Den Driessche, Vlaams Architectuurinstituut, 2021, 216p.