DOSSIER  
Dimension 52 – april 2019

Parkeren, open en transparant

Stéphane Beel Architects is het bureau achter een nieuw, Leuvens parkeergebouw. Dat moest duurzaam worden, voldoende capaciteit hebben en veilig zijn. Het werd een open en transparant ontwerp met aandacht voor licht en ruimte, waar de architectuur tot de essentie is teruggebracht.

Koen Vandepopuliere

Tussen onderzoekscentrum Imec en het gebouw Computerwetenschappen van KU Leuven, prijkt een nieuw parkeergebouw. Het ontwerp is van Stéphane Beel Architects. De Leuvense parkeertoren is opgeleverd in september 2018. Hij biedt plaats aan 750 auto’s; een derde wordt gebruikt door de KU Leuven en twee derden door Imec. Ook is er in het gebouw, deels ondergronds, een fietsenstalling met 210 plaatsen.

Groen

Vóór de bouw van het parkeergebouw bevond zich op die plaats een openluchtparking. Dankzij de gestapelde parkeerplaatsen is daar nu een beperktere grondinname.

Op een deel van de grond die vrijkomt, zijn bomenclusters aangeplant. Projectarchitect Brecht Van Lerberghe: “In het gebouw heb je een zeer transparant gevoel. Er zijn doorzichten die op de hogere niveaus het gevoel geven dat je in de kruinen van de bomen zit. Dat is zeer aangenaam als je in het gebouw wandelt, en eigenlijk ook als je met de auto van beneden naar boven rijdt.”

Bij aankomst is groen eveneens prominent aanwezig: de voorgevel is afgewerkt als groengevel.

Pragmatische routing

De toegang tot de garage bevindt zich aan de Kapeldreef. Het parkeergebouw is evenwijdig aan die straat. De uitgang vinden we aan de zijde dichtst bij de Celestijnenlaan. “De plaats van de ingang ontlast het kruispunt Celestijnenlaan-Kapeldreef”, legt Van Lerberghe uit. “Het vermijdt problemen, vooral tijdens ochtend- en avondspits: dan kan daar door de drukte vertraagd verkeer zijn. Eens de auto’s zijn binnengereden, hebben ze de keuze uit twee routes. Ze kunnen dan ofwel in het midden van het gebouw de eerste helling oprijden, of tot het einde van het gebouw rijden en de tweede helling nemen. Dat zorgt ervoor dat we het parkeergebouw met twee snelheden kunnen vullen. Het bevordert de routing én het gebruiksgemak.”

Dynamisch beeld

De lange gevel langs de Kapeldreef heeft acht bovengrondse bouwlagen: “De vrije hoogtes in het gebouw zijn zo compact mogelijk gehouden, zodat de impact van het gebouw op zijn omgeving zo minimaal mogelijk is, maar er toch voldoende parkeercapaciteit is. En de hellingbanen overbruggen telkens twee niveaus, om meer ruimtegevoel te geven.”

De hellingbanen zijn gelegen aan de buitenzijde van de noordgevel, terwijl de drie circulatiekokers zich aan de zuidgevel bevinden. “De keuze om de circulatie- of hellingbanen niet in het volume op te nemen maar naar buiten te brengen,” klinkt het, “was om de beleving voor de gebruiker interessanter te maken en een dynamisch en attractief beeld naar de Kapeldreef toe te creëren. Aan de kant van KU Leuven, de zuidgevel, is er een rustiger, serener beeld; ook daar zijn hellingen aanwezig, maar het zijn wel de dalende lijnen.”

Staal

Er is sprake van “een repetitieve staalstructuur met tussenin staalplaat betonvloeren: grote, geprofileerde staalprofielen die de bouwsnelheid bevorderden.”

Markant in dat verband is onder meer de afrijdbeveiliging: “In de meeste parkeergebouwen bestaat die uit betonnen opstanden. Wij echter hebben wit gelakte staalplaten aan de buitenzijde gebruikt als verloren bekisting, om die betonranden in de belijning van de uitstraling van het gebouw op te nemen. Op dezelfde manier keken we naar de borstweringen. Daar gaat het over een UPN-profiel, een soort constructiestaal die ietwat robuuster is dan te verwachten is voor een handgreep, maar een bepaalde lichtheid geeft gezien de grotere overspanning. Het is opgevuld met een metaalgaas, die ook weer transparantie geeft.”

Duurzaamheid

Dat dit parkeergebouw open is, impliceert dat hellingbaanverwarming aangeraden is om vorstvorming op open hellingen te vermijden; die zou auto’s kunnen doen schuiven.

Wim Mennes, directeur Building and Facilities van Imec: “Een mogelijk alternatief was een gesloten gebouw zonder verwarming. Maar dat is minder brandveilig en heeft continu ventilatie nodig, wat meer energie verbruikt dan hellingbaanverwarming. Bovendien zal de hellingbaanverwarming tot een absoluut minimum beperkt worden en alleen bij vriestemperaturen functioneren. De energievraag van de verwarming, de liften en de verlichting zal beantwoord worden met de energie van 1000m² aan zonnepanelen op het dak.”

Het is zelfs een energieneutraal gebouw, verduidelijkt Van Lerberghe.

Ook interessant in het kader van duurzaamheid is dat de staalstructuur modulair is opgevat. Daarmee past het in een streven naar circulair bouwen.

Wat duurzaamheid betreft, heeft Stéphane Beel Architects ruime ervaring. Zo stond het bureau enkele jaren geleden in voor de Balk van Beel, een 180 meter lang, Leuvens gebouw dat de Breeam International Award 2013 ontving.

Eenvoud

Van Lerberghe vat het project als volgt samen: “De meeste parkeergebouwen veruitwendigen zich in het straatbeeld als robuust of gesloten, zodat ze soms eerder de indruk geven te dienen om het parkeergebeuren te verstoppen. Wij, echter, wilden er een maken dat gebruikers en passanten ervaren als open en transparant. We wilden het gebouw licht en ruimte geven, en de architectuur tot de essentie terugbrengen.”

De beschrijvingen roepen herinneringen op aan de Nieuwe Eenvoud. De stroming wordt gezien als een waar de materialenkeuze bepaald wordt door het strikt noodzakelijke, en de lichtrijke architectuur tot zijn pure eenvoud wordt herleid. Stéphane Beel geldt als een voorname vertegenwoordiger daarvan. Van Lerberghe nuanceert dit echter: “De Nieuwe Eenvoud is een terminologie die vanuit de buitenwereld is toegekend aan het oeuvre van Stéphane Beel. Neem als voorbeeld het parkeergebouw. We zijn het programma gaan ontleden, gaan kijken wat de randvoorwaarden van de site zijn, hoe we kunnen omgaan met het gebruik en hoe we daar een bepaalde beleveniswaarde aan kunnen koppelen. Da’s onze ontwerpstrategie, en ik denk dat die moeilijk in een bepaalde stijl te kaderen is.”

“We wilden een parkeergebouw maken dat gebruikers en passanten ervaren als open en transparant.”

Brecht Van Lerberghe