ARCHITOUR
Dimension 77 – september 2025
Intelligens. Natural. Artificial. Collective.
Architectuurbiënnale Venetië
Begin mei opende de architectuurbiënnale van Venetië. Door sommigen wordt deze editie bestempeld als die van AI. In realiteit ligt de focus op het omgaan met de klimaatopwarming. Al zullen we ons deze biënnale vooral herinneren als die van de verbouwingen.
AI
Met de aanstelling van Carlo Ratti als curator van deze editie werd verwacht dat de nadruk zou komen te liggen op technologie en AI. Ratti is een Italiaanse architect en ingenieur die aan MIT onderzoekt hoe steden responsief en mensgericht kunnen worden door middel van technologie. In de tentoonstelling valt het met de aanwezigheid van AI nog mee – het meest opvallend is de ‘AI-samenvatting’ onder de projectteksten op de hoofdtentoonstelling in de Arsenale. Die samenvattingen zijn ook nodig, want er zijn heel veel projecten te zien – meer dan 300 bijdragen van 750 deelnemers. Ratti had beter AI aangewend om een strengere selectie te maken. De panelen met alle projecten staan langs de wanden van de Corderie, het 317 m lange historische atelier waar vroeger scheepstouwen vervaardigd werden. De centrale ruimte blijft zo wel open voor verschillende grotere installaties.
Voor twee van de interessantste installaties tekenden architecten die ook op de afgelopen Triënnale in Brugge aanwezig waren. SO-IL werkte met Necto verder op de gebreide textielconstructie die in de tuin van het voormalige Kapucijnenklooster te zien was. De structuur in de Corderie is een lichtgewicht, modulair textielpaviljoen gemaakt van 3D-gebreide natuurlijke vezels, versterkt met biohars en DNA-gecodeerde data. De Elephant Chapel van Boonserm Premthada is opgebouwd uit ronde ‘dung bricks’ met een gat, die over stalen staven zijn geschoven. De paraboolvormige structuur is vier meter hoog. De handgemaakte stenen zijn samengesteld uit olifantenmest, water en een klein beetje cement. Doordat de stenen niet gebakken hoeven te worden en het cementgehalte laag blijft is de impact lager dan die van bakstenen of betonstenen. Premthada bouwde in Thailand al een aantal constructies voor olifanten in Elephant World. Nu gebruikt hij hun mest als grondstof. De installatie kreeg een eervolle vermelding voor het innovatieve, circulaire gebruik van biomateriaal, dat symbool staat voor de eeuwenlange samenwerking tussen mens en olifant.
Klimaatopwarming
Meer dan AI, is klimaatopwarming het centrale thema van de biënnale. De expo in de Arsenale opent met de installatie The Third Paradise Perspective van Cittadellarte – Fondazione Pistoletto. In het dystopische, in duisternis gehulde landschap wandel je tussen donkere waterpartijen, het watervlak op een hoogte van 70 cm – de voorspelde zeespiegel in Venetië in 2100. Boven het water zweven buitenunits van airconditioningsystemen, de warmte die ze afgeven maakt de ruimte onbehaaglijk warm. Ook al is het een illusie – uit het zicht hangen verwarmingselementen – de boodschap is duidelijk, en wanneer je door de opening naar de volgende ruimte stapt, voel je de koude lucht van de opgehangen binnenunits van de airco’s op je neerkomen.
De Gouden Leeuw voor Beste Nationale Deelname ging dit jaar naar het paviljoen van Bahrein met hun installatie Heatwave in de Arsenale, ontworpen door Andrea Faraguna, Mario Monotti en Alexander Puzrin. Deze installatie, een zwevend koelplafond boven openbare zitruimte, toont de mogelijke toepassing van passieve koeling voor een stedelijke context.
Het Belgisch paviljoen pakt het op een innovatievere manier aan. Bas Smets is de eerste landschapsarchitect die als curator is aangesteld door het Vlaams Architectuurinstituut. Hij gebruikt zijn installatie, Building Biospheres, ontwikkeld in samenwerking met plantenneurobioloog Stefano Mancuso, als een laboratorium om te zien hoe de intelligentie van planten kan worden ingezet om het binnenklimaat te regelen. Er wordt een nieuwe symbiose voorgesteld tussen wat de planten nodig hebben, wat het gebouw aankan, en wat wij mensen aangenaam vinden. De planten creëren het klimaat en er zijn subtropische variëteiten gekozen omdat dat klimaat het meest lijkt op het ideale binnenklimaat. Centraal in de hoofdzaal prijkt een mini-bos van ruim 200 subtropische planten, waarin fysieke sensoren de groeibehoefte volgen en in real time het binnenklimaat regelen via licht, irrigatie en ventilatie. In de zijruimtes presenteren Belgische ontwerpers speculatieve scenario’s en tonen wetenschappelijke context, waardoor het paviljoen een hybride onderzoeks- én inspiratieplek wordt.
Tijdens de openingsdagen was de buitentemperatuur in Venetië, in tegenstelling tot eerdere edities, vrij gematigd. De impact zal pas echt merkbaar zijn tijdens hete dagen, wanneer het binnen daadwerkelijk koeler is dankzij de planten. Bij het betreden van het Belgisch paviljoen was er ook wel een lichte teleurstelling; je komt niet in een weelderige jungle terecht. Het groen is beperkt tot een, weliswaar mooi vormgegeven, bloembak centraal onder het daglicht. Maar misschien is dat net de bedoeling: op zoek gaan naar een systeem dat architecturaal toepasbaar is, waarbij planten meer doen dan enkel decoreren.
Nog enkele andere landen zetten in op het klimaatthema. In het Duitse paviljoen, kun je onder de noemer Stresstest, de impact van stedelijke oververhitting ervaren in verwarmde ruimtes waar infraroodcamera’s de hitte zichtbaar maken. Het Servisch paviljoen toonde een gebreide installatie met spoelen aan de wand die gaan draaien naarmate de temperatuur stijgt, waardoor het breiwerk tijdens de biënnale geleidelijk zal ontrafelen.
Verbouwingen
Het centraal paviljoen van de Giardini is gesloten wegens verbouwingen – een van de oorzaken van de veel te dense tentoonstelling in de Arsenale. Ook het Franse paviljoen is dicht; hun tentoonstellingspanelen hangen in stellingen rond het paviljoen.
De curator van het Deens paviljoen, Søren Pihlmann, gooit het over een andere boeg: hij maakt van de verbouwing zélf de tentoonstelling. Het paviljoen uit het eind van de jaren 50 wachtte al een tijd op een noodzakelijke verbouwing, vooral de vloeren moesten aangepakt worden vanwege overstromingsgevaar. Al het materiaal dat uitgegraven werd, is elders in het paviljoen hergebruikt. Andere materialen die tijdens de renovatiewerkzaamheden werden gerecupereerd, werden omgevormd tot podia, banken en tafels – objecten die het potentieel van bestaande materialen tastbaar maken. Pihlmann hoopt dat deze elementen zullen helpen om te herdefiniëren wat we als afval beschouwen.
Op weg naar de Giardini valt het Estse paviljoen op met een humoristische knipoog. Voor de installatie Let Me Warm You werd de gevel van een Venetiaans palazzetto bekleed met de typische isolatiepanelen, zoals die in Estland worden gebruikt bij grootschalige renovaties.
Een ander mooi voorbeeld van een work in progress vinden we in het paviljoen van de Heilige Stoel, Opera Aperta, ondergebracht in de voormalige kerk Santa Maria Ausiliatrice, die tijdens de Biënnale daadwerkelijk wordt gerestaureerd. Bezoekers maken deel uit van het herstelproces en kunnen de werkzaamheden van lokale vaklieden en live muziek ervaren. De installatie vervaagt de grens tussen expo en praktijk, en benadrukt zorg, gemeenschap en herstel als fundamenten van architectuur.
En verder
Het paviljoen van Letland presenteerde Landscape of Defence, waaraan SAMPLING – het Belgisch-Letse architectenkoppel Manten Devriendt en Liene Jākobsone – meewerkte. Ze onderzochten de versterking van de grens met Rusland vanuit het perspectief van de bewoners. In deze zone – die veel ruimer is dan de directe grensovergang – komt de privacy van de bewoners onder druk te staan. In de tentoonstellingsruimte staan defensieve elementen, zoals Tsjechische egels en piramides, uitgevoerd in een zachte fluogele versie.
Het Pools paviljoen toont op een ludieke wijze de manieren die verschillende culturen gebruiken om huizen te beschermen tegen gevaar. Gaande van amuletten zoals hoefijzers of schuine ramen tegen binnenvliegende heksen tot brandblussers en nooduitgangen. Zo wordt de continuïteit zichtbaar tussen magisch denken en hedendaagse beveiliging.
Het paviljoen van Zwitserland vertrekt vanuit de vraag wat als Lisbeth Sachs in plaats van Bruno Giacometti de opdracht voor het Zwitsers paviljoen had binnengehaald. Haar ontwerp voor de radiale Saffa-Kunsthalle wordt hiervoor gesuperponeerd op het bestaande paviljoen. De oorspronkelijk betonnen wanden zijn in hout uitgevoerd; de grijs geschilderde planken brengen de architectuur van Dom Hans van der Laan in herinnering. De spanning tussen het bestaande paviljoen en de architectuur van Sachs levert een van de meest architecturaal boeiende installaties op, die een nieuw licht werpt op een vergeten architecte.
Redactie en foto’s: Arnaud Tandt