@HOME
Dimension 74 – november 2024
“In een plan zit een heel leven vervat”
Abdel Majid Boulaioun (MULTIPLE architecture & urbanism)

Het leidend principe voor het nieuwe station van Etterbeek was om van de plek een katalysator voor stedelijke dynamiek te maken. Schalen en transportmodi moeten er in evenwicht gebracht worden en een stedelijke kloof langs de treinsporen voorkomen. In plaats van een louter consumptieobject wordt het station een schakel tussen buurten en gebruikers. Daarom is onder andere de luifel dusdanig gedetailleerd dat de grote open hal opgaat in de openbare ruimte voor studenten van de VUB en de ULB.

Het leidend principe voor het nieuwe station van Etterbeek was om van de plek een katalysator voor stedelijke dynamiek te maken. Schalen en transportmodi moeten er in evenwicht gebracht worden en een stedelijke kloof langs de treinsporen voorkomen. In plaats van een louter consumptieobject wordt het station een schakel tussen buurten en gebruikers. Daarom is onder andere de luifel dusdanig gedetailleerd dat de grote open hal opgaat in de openbare ruimte voor studenten van de VUB en de ULB.

Het leidend principe voor het nieuwe station van Etterbeek was om van de plek een katalysator voor stedelijke dynamiek te maken. Schalen en transportmodi moeten er in evenwicht gebracht worden en een stedelijke kloof langs de treinsporen voorkomen. In plaats van een louter consumptieobject wordt het station een schakel tussen buurten en gebruikers. Daarom is onder andere de luifel dusdanig gedetailleerd dat de grote open hal opgaat in de openbare ruimte voor studenten van de VUB en de ULB.

Het leidend principe voor het nieuwe station van Etterbeek was om van de plek een katalysator voor stedelijke dynamiek te maken. Schalen en transportmodi moeten er in evenwicht gebracht worden en een stedelijke kloof langs de treinsporen voorkomen. In plaats van een louter consumptieobject wordt het station een schakel tussen buurten en gebruikers. Daarom is onder andere de luifel dusdanig gedetailleerd dat de grote open hal opgaat in de openbare ruimte voor studenten van de VUB en de ULB.

Het leidend principe voor het nieuwe station van Etterbeek was om van de plek een katalysator voor stedelijke dynamiek te maken. Schalen en transportmodi moeten er in evenwicht gebracht worden en een stedelijke kloof langs de treinsporen voorkomen. In plaats van een louter consumptieobject wordt het station een schakel tussen buurten en gebruikers. Daarom is onder andere de luifel dusdanig gedetailleerd dat de grote open hal opgaat in de openbare ruimte voor studenten van de VUB en de ULB.

Het leidend principe voor het nieuwe station van Etterbeek was om van de plek een katalysator voor stedelijke dynamiek te maken. Schalen en transportmodi moeten er in evenwicht gebracht worden en een stedelijke kloof langs de treinsporen voorkomen. In plaats van een louter consumptieobject wordt het station een schakel tussen buurten en gebruikers. Daarom is onder andere de luifel dusdanig gedetailleerd dat de grote open hal opgaat in de openbare ruimte voor studenten van de VUB en de ULB.

Op een voormalig kloosterterrein uit de jaren 1950 realiseerde MULTIPLE 45 nieuwe woningen, waaronder zowel appartementen als rijhuizen. De relatie tussen de bebouwde omgeving en de omliggende tuinen stond in het project centraal, waarbij het bestaande landschap als bepalend element gehanteerd werd. Om het project ook op een grotere schaal en met een grotere ambitie te verankeren, werd er een openbaar voetgangers- en fietspad geïntegreerd.

Op een voormalig kloosterterrein uit de jaren 1950 realiseerde MULTIPLE 45 nieuwe woningen, waaronder zowel appartementen als rijhuizen. De relatie tussen de bebouwde omgeving en de omliggende tuinen stond in het project centraal, waarbij het bestaande landschap als bepalend element gehanteerd werd. Om het project ook op een grotere schaal en met een grotere ambitie te verankeren, werd er een openbaar voetgangers- en fietspad geïntegreerd.

Op een voormalig kloosterterrein uit de jaren 1950 realiseerde MULTIPLE 45 nieuwe woningen, waaronder zowel appartementen als rijhuizen. De relatie tussen de bebouwde omgeving en de omliggende tuinen stond in het project centraal, waarbij het bestaande landschap als bepalend element gehanteerd werd. Om het project ook op een grotere schaal en met een grotere ambitie te verankeren, werd er een openbaar voetgangers- en fietspad geïntegreerd.

Op een voormalig kloosterterrein uit de jaren 1950 realiseerde MULTIPLE 45 nieuwe woningen, waaronder zowel appartementen als rijhuizen. De relatie tussen de bebouwde omgeving en de omliggende tuinen stond in het project centraal, waarbij het bestaande landschap als bepalend element gehanteerd werd. Om het project ook op een grotere schaal en met een grotere ambitie te verankeren, werd er een openbaar voetgangers- en fietspad geïntegreerd.

Op een voormalig kloosterterrein uit de jaren 1950 realiseerde MULTIPLE 45 nieuwe woningen, waaronder zowel appartementen als rijhuizen. De relatie tussen de bebouwde omgeving en de omliggende tuinen stond in het project centraal, waarbij het bestaande landschap als bepalend element gehanteerd werd. Om het project ook op een grotere schaal en met een grotere ambitie te verankeren, werd er een openbaar voetgangers- en fietspad geïntegreerd.

“Het is op een plan en op een snede dat je proporties bepaalt, dat je echt kan aftasten wat er wel of niet mogelijk is, dat je nadenkt over hoe mensen de ruimte benutten en hoe de dagen zich er vandaag en morgen afspelen”, aldus Boulaioun. Ook bij de renovatie van 165 sociale woningen in de wijk Peterbos in Anderlecht gebeurde heel wat denkwerk op de tekentafel, met als resultaat onder andere grotere raamkozijnen en een nieuwe zelfdragende structuur met grote terrassen, waardoor een nieuwe verbinding tussen woning en omgeving gecreëerd wordt.

“Het is op een plan en op een snede dat je proporties bepaalt, dat je echt kan aftasten wat er wel of niet mogelijk is, dat je nadenkt over hoe mensen de ruimte benutten en hoe de dagen zich er vandaag en morgen afspelen”, aldus Boulaioun. Ook bij de renovatie van 165 sociale woningen in de wijk Peterbos in Anderlecht gebeurde heel wat denkwerk op de tekentafel, met als resultaat onder andere grotere raamkozijnen en een nieuwe zelfdragende structuur met grote terrassen, waardoor een nieuwe verbinding tussen woning en omgeving gecreëerd wordt.

“Het is op een plan en op een snede dat je proporties bepaalt, dat je echt kan aftasten wat er wel of niet mogelijk is, dat je nadenkt over hoe mensen de ruimte benutten en hoe de dagen zich er vandaag en morgen afspelen”, aldus Boulaioun. Ook bij de renovatie van 165 sociale woningen in de wijk Peterbos in Anderlecht gebeurde heel wat denkwerk op de tekentafel, met als resultaat onder andere grotere raamkozijnen en een nieuwe zelfdragende structuur met grote terrassen, waardoor een nieuwe verbinding tussen woning en omgeving gecreëerd wordt.
PreviousNextVijfentwintig jaar al staat Abdel Majid Boulaioun aan het hoofd van zijn eigen architectuurbureau. Eerst onder de naam ARJM architecture, vervolgens onder de noemer MULTIPLE, maar altijd in Brussel. Ook de nakende verhuis naar een groter pand, een voormalige schrijnwerkerij, zal het team niet uit de hoofdstad onttrekken. “Toch is het bureau in Vlaanderen geboren”, vertelt Boulaioun. “Daar werden we uitgedaagd om onze ideeën te ontwikkelen en hebben we, onder andere met een eerste publieke opdracht, de kansen gekregen die nodig zijn om als jonge architect vol te houden.”
Witte achtergrond, eenvoudige font, en een in een strak raster georganiseerde selectie van projecten … de website van MULTIPLE oogt vooral sober en minimalistisch. Toch verraadt het online venster op het Brusselse bureau voor architectuur en stedenbouw al heel wat over de visie van MULTIPLE. Zo zijn er geen opvallende renders of esthetische architectuurfoto’s, maar worden projecten stuk voor stuk gepresenteerd aan de hand van gedetailleerde plannen en snedes. Wie helemaal naar beneden scrolt, stoot daarenboven op geen enkel moment op de particuliere woningen die anders zo vaak het startpunt van een eigen architectuurpraktijk betekenen. “Ik had bij de oprichting van mijn bureau geen adressenboekje met potentiële klanten”, verklaart Boulaioun. “Van meet af aan lag de focus – tegelijk bewust en noodgedwongen – op publieke opdrachten.”
Op de schouders van reuzen
Boulaioun groeide op in Kuregem, studeerde architectuur aan Saint-Luc Brussel, volgde een postgraduaatopleiding Stedenbouw aan ISURU en deed zijn eerste werkervaring op bij Groep Planning. Al in 1998, na het vervolledigen van zijn stage en het winnen van de wedstrijd voor de bibliotheek van Boechout, richtte hij ARJM architecture op. “Op papier speelde alles zich in Brussel af, maar wat mij betreft ligt de wieg in Vlaanderen. Niet alleen omdat een Vlaams project de aanleiding was voor de oprichting van ARJM, maar vooral omdat het Vlaamse architecten waren die zo vroeg al in onze visie geloofden. Het was bijvoorbeeld Paul Lievevrouw (SumProject) die me aanspoorde om aan architectuurwedstrijden deel te nemen. Toen het toenmalige Vlaams Blok kritiek uitte op mijn deelname aan de wedstrijd voor de bibliotheek van Boechout, schoten Willem Jan Neutelings (Neutelings Riedijk Architects) en Jan Moens (Bureau Bouwtechniek) voor mij in de verdediging. En het waren Vlaams Bouwmeesters Marcel Smet en bOb Van Reeth die uitgebreid met mij over architectuur wilden reflecteren en me uitdaagden om verder te denken. Mocht ik mijn ideeën toen in Brussel of Wallonië gedeeld hebben, dan was het gesprek wellicht meteen ten einde geweest. Het is mijn geluk geweest dat ik in Vlaanderen een innovatief milieu heb gevonden waarmee ik me verbonden voelde. Uiteindelijk heeft elke jonge architect ontmoetingen nodig die aansporen om verder te reflecteren.”
Dat de steun van enkele notabelen van de architectuur geen garantie is op een feilloos parcours, weet Boulaioun evenwel ook. “Het is niet zo dat je uit je studies komt, beslist om een bureau op te richten en klaar. Het is keihard werken en het vraagt enorm veel tijd. Ook voor ons zijn de eerste jaren hard geweest. De drie partners met wie ik ARJM oorspronkelijk oprichtte, kozen er uiteindelijk voor om hun carrière een andere wending te geven.” Dat ARJM zich uitsluitend op publieke opdrachten richtte en geen rechtstreekse klanten had, maakte het er niet eenvoudiger op. “We hadden weinig financiële zekerheden. Publieke opdrachten nemen al snel zes à zeven jaar in beslag, dus we moesten waakzaam zijn over hoe we de beperkte beschikbare middelen precies spendeerden. Vandaag weten we hoe we daarmee om moeten gaan, maar vijfentwintig jaar geleden was het een sprong in het duister.”
Meer vragen dan antwoorden
Inmiddels heeft Boulaioun het evenwicht gevonden. Er worden projecten met diverse schaalgroottes gecombineerd en stelselmatig groeide het team weer aan tot een hechte groep van veertien. De focus op reflectie, die is er nog steeds en werd in 2016 met de nieuwe naam MULTIPLE bekrachtigd. Boulaioun: “De naam verwijst naar een concept van Guy Deleuze en Félix Guattari, waarmee ze aangeven dat niets (nog) singulier is en dat alles steeds verschillende complexiteiten in zich draagt. Zo kijken wij ook naar architectuur: elke vraag of opdracht omvat per definitie meerdere problemen. Het is aan ons om te onderzoeken over welke problemen het gaat. Dat betekent dat we als architect niet alleen antwoorden moeten bieden, maar bovenal veel vragen moeten stellen. Uiteindelijk kom je zo tot twee of drie vragen die echt centraal staan, en dat maakt dan je project.”
Een recent wedstrijdontwerp voor een brug illustreert de open blik van MULTIPLE. In plaats van louter een middel om van de ene naar de andere zijde te trekken, ontwikkelde het bureau in samenwerking met biologen en ecologen een ware aantrekkingspool voor lokale fauna. “Van meet af aan hebben we gezocht naar een manier om meerwaarde te creëren voor natuur en biodiversiteit. Daarom voorzien we aan de voet van de brug een zaadbank die op termijn zal uitgroeien tot weelderige flora en zo de nodige dieren zal aantrekken, maar tegelijk ook de stabiliteit van de brug verzekert. Het is met andere woorden een ingreep waarbij zowel natuur als structuur iets winnen, maar die niet tot stand zou komen wanneer je de brug enkel maar als brug benadert.”
De nood aan een dergelijke aanpak is er volgens Boulaioun altijd al geweest, maar wordt des te urgenter naarmate de maatschappij onder druk staat. “We hebben te kampen met allerlei problemen, van klimaat tot bevolkingsdichtheid en polarisatie. In die context kunnen we toch geen architectuur blijven maken louter voor de architectuur? We mogen niet zomaar voortwerken op wat er al is, maar moeten innoveren, nieuwe kansen scheppen om anders over het architectuurproject na te denken, een vector voor maatschappelijke verandering ontwerpen. De dag dat we stoppen met vragen te stellen, worden we droogweg uitvoerders.”
Ook om die reden blijft het portfolio van MULTIPLE in hoofdzaak op publieke projecten, openbare ruimte en infrastructuur geënt. “Zelfs wanneer de maatschappij verder polariseert en we via sociale media allemaal in onze eigen digitale sfeer gevangen lijken, is de openbare ruimte een plek waar verschillende interesses en meningen met elkaar in contact komen. Een plek waar debatten ontstaan en waar we elkaar kunnen leren begrijpen.”
Collectieve intelligentie
In de praktijk van MULTIPLE is het vooralsnog Boulaioun die op die manier de initiële richting van een project bepaalt, maar vervolgens zijn het de medewerkers die uitwerken, scherpstellen en verfijnen. “Ik vergelijk ons werk graag met dat van Schubert. Van elke sonate heeft hij tientallen variaties gemaakt. Het is niet zo dat hij van de ene dag op de andere plots met een afgewerkt stuk kwam. Er ging een heel proces aan vooraf om tot het finale geluid te komen. Dat is precies wat onze medewerkers hier doen. Samen maken ze zodanig veel variaties totdat ze tot een resultaat komen dat klinkt zoals het hoort. Het idee dat medewerkers er enkel maar zijn om het werk te doen waar je als zaakvoerder geen tijd meer voor hebt, is compleet voorbijgestreefd. Iedereen draagt bij aan de reflectie.”
Boulaioun spreekt over een collectieve intelligentie. “Dat betekent ook dat er nooit iemand alleen aan een project werkt. Elk team bestaat uit minstens twee personen en voor elk project worden op regelmatige basis workshops georganiseerd. Natuurlijk kost dat meer tijd en geld dan moest iemand het alleen doen, maar we zijn ervan overtuigd dat je het terugwint op kwaliteit. Door overleg en discussie te stimuleren, is het eindresultaat beter doordacht, meer verfijnd, beter gedragen …” Ook externen krijgen af en toe een uitnodiging voor een dergelijke workshop. “Dat kunnen technisch specialisten zijn, of mensen met een andere visie. Het gebeurt dat alles tijdens zo’n sessie bekritiseerd wordt, maar op het einde van de rit liggen de kaarten weer helemaal anders en is het project er wel beter op geworden. Dat is waar het om draait.”
Ontwerp op drie assen
Naast het publieke karakter en de maatschappelijke ambitie, is ook de aanpak een verbindend aspect tussen de diverse ontwerpen en realisaties van MULTIPLE. Om van een aantal vragen via tientallen reflecties tot een finaal project te komen, werkt het team steeds op drie assen of niveaus: de grote schaal, het detail, en de tekening. “Dat zijn voor ons drie essentiële elementen om een antwoord te formuleren op wat de maatschappij van ons vraagt, van micro tot macro. De grote schaal – de context, het landschap, de bodem, … – is het startpunt. Pas als dat scherp staat, kan je beginnen nadenken over hoe gebouwen zich daarin integreren.” Voor de realisatie van 204 nieuwe woonentiteiten op een heuvelflank in Durbuy, vertrok het ontwerpteam zo van de noden van het reeds aanwezige ‘bos in wording’. “Eerst werd gekeken naar het licht. Daar waar licht nodig was, werden open plekken gecreëerd en het is aan de rand van die plekken dat vervolgens de gebouwen ingeplant werden. De vraag van het landschap bepaalt met andere woorden de identiteit van het project.”
De kleine schaal, de details, vormen voor Boulaioun dan weer de taal van de architectuur. “Zij bepalen hoe mensen zich in een ruimte voelen. In het ontwerp voor het station van Etterbeek is de luifel bijvoorbeeld zodanig gedetailleerd dat de grote open hal opgaat in de openbare ruimte voor studenten van de VUB en de ULB. De tekening, tot slot, is van fundamenteel belang om die zaken te kunnen verfijnen, vastleggen en overbrengen. Het is op een plan en op een snede dat je proporties bepaalt, dat je echt kan aftasten wat er wel of niet mogelijk is, dat je nadenkt over hoe mensen de ruimte benutten en hoe de dagen zich er vandaag en morgen afspelen. Het is niet zomaar iets dat je tekent omdat het er interessant uitziet; het bepaalt het hele denkproces. Een beeld is efemeer, maar in een plan of een snede zit een heel leven vervat. Daarom tekenen we nog steeds alles.”
“De dag dat we stoppen met vragen te stellen, worden we droogweg uitvoerders.”