PODCAST  
Dimension 72 – mei 2024

Het onderdak als kern van elk goed functionerend dak

Ooit was het een bijzaak, maar inmiddels gaat er toch aardig wat aandacht naar de waardevolle ruimte onder het hellend dak. Zolders worden leefruimtes en tussen de spanten komt een dikke laag thermische isolatie. Om die duurzaam en optimaal te laten functioneren, is een onderdak onontbeerlijk. Paul de Smet, technisch commercieel afgevaardigde bij Dörken Benelux, legde in de Dimension podcast uit waarom deze specifieke laag in de opbouw van het hellend dak zo essentieel is en hoe ze vakkundig geplaatst wordt.

Paul de Smet is technisch commercieel afgevaardigde bij Dörken Benelux. Het familiebedrijf geldt als toonaangevend fabrikant van hoogwaardige bouwmaterialen en -systemen en specialiseert zich in hoofdzaak op waterdichting en bescherming tegen vocht. Werd daarvoor bij hellende daken vroeger vooral naar de dakbedekking van pannen of leien gekeken, dan is het inmiddels duidelijk dat ook een tweede barrière noodzakelijk is: het onderdak.

Een essentiële laag

Het inzicht kwam er volgens de Smet in de jaren zeventig. “Tijdens de eerste oliecrisis begon men het nut in te zien van een thermisch geïsoleerd hellend dak. Op dat moment werd echter ook duidelijk dat de dakbedekking alleen onvoldoende regendicht was en dat er bijkomende maatregelen getroffen moesten worden. Dat werd het onderdak.”

Het onderdak draagt bij aan de luchtdichtheid van de woning en beschermt de onderliggende thermische isolatie in de eerste plaats tegen invloeden van buitenaf. Naast water en vocht, gaat het tevens om luchtstromen en convecties. “Eigenlijk is isolatie niet meer dan stilstaande lucht. Als de wind bij wijze van spreken als door een gruyèrekaas door het dak kan waaien, dan blijft er van die stilstaande lucht natuurlijk niet veel over en gaat de functionaliteit – net zoals bij vochtige isolatie – verloren. In dat opzicht speelt het onderdak dus een essentiële rol in het garanderen van zowel comfort als energie-efficiëntie.”

Dampopen en capillair

Regen- en winddichtheid zijn alvast centrale eigenschappen van een onderdak, maar de Smet benadrukt dat ook de interactie met het binnenklimaat de nodige aandacht verdient. “Ook via de warme zijde van het dak kan er vocht tot in de isolatie doordringen. Uiteraard moet er daar volgens de regels van de kunst een dampscherm aangebracht worden, maar in de praktijk blijkt dat niet altijd 100% luchtdicht te zijn. Om eventueel condensatievocht ook naar buiten af te voeren, wordt daarom aangeraden om gebruik te maken van een onderdak dat tevens dampopen is.”

Een wettelijke verplichting is het gebruik van een dampopen onderdak nog niet, maar zowel Buildwise als Dörken kiezen bewust voor de weg van het minste risico. Dampopen onderdakfolies zijn voor Dörken bijvoorbeeld de standaard en met de DELTA®-MAXX PLUS voegt het daar nog een capillaire werking aan toe. “Dat betekent dat de onderdakfolie niet alleen waterdamp doorlaat, maar ook effectief in staat is om vocht uit de isolatie te absorberen. Het membraan werkt met andere woorden als een soort spons en vermindert zo het risico dat er opnieuw vocht in de isolatie terechtkomt. Dat is voor de bouwheer een voordeel, maar uiteraard ook voor de dakwerker zelf. Want die hoeft na verloop van tijd niet naar de werf terug te keren omdat er vochtproblemen zijn.”

Vakkundige plaatsing

Op de functionaliteit van de onderdakfolies geldt in principe een garantie van dertig jaar. Op voorwaarde, natuurlijk, dat ook de plaatsing vakkundig en conform gebeurt. “Het probleem is dat dakwerkers onder een enorme tijdsdruk staan. Enerzijds lopen hun orderboekjes vol; anderzijds zijn ze enorm afhankelijk van het weer. Maar haast is natuurlijk niet altijd bevorderlijk voor een goede plaatsing. Daarom proberen we het de dakwerker zo gemakkelijk mogelijk te maken, door bijvoorbeeld onderdakfolies aan te bieden met een geïntegreerde kleefband of kleefbanden. Zo kan alles meteen bevestigd en winddicht afgewerkt worden, en dat zonder te moeten torsen met zware en onhandige stijve onderdakplaten. Een onderdakmembraan voor 75 m2 weegt immers niet meer dan 14 kg.”

De grootste pijnpunten zijn volgens de Smet nog steeds de aansluitingen met onder meer dakvlakvensters, puntgevels, dakdoorvoeren en kielgoten. “Dergelijke details vergen toch wat extra aandacht. Sowieso bestaan er de nodige toebehoren voor, maar niet elke dakwerker is daarvan even goed op de hoogte. Als fabrikant proberen we die lacunes met de nodige opleidingen te dichten. Architecten en bouwheren raden we aan om de aansluitingen in detail te bekijken en na te gaan of alle bouwdetails ook langs de buitenzijde mooi winddicht afgewerkt zijn.”

Continu in evolutie

In grote lijnen merkt Paul de Smet in ieder geval dat de aandacht voor het onderdak de voorbije jaren alsmaar toegenomen is. “Er is een duidelijke positieve evolutie. Hoewel architecten een enorme hoeveelheid kennis en informatie over materialen te verwerken krijgen, zien we dat ze technisch steeds beter op de hoogte zijn en dat de productkeuze bijgevolg meer en meer doordacht gebeurt. Zo worden er vandaag alsmaar meer dampopen onderdakmembranen met capillaire werking voorgeschreven.”

Ondertussen blijven ook de producten zelf evolueren, met focus op verhoogde prestaties enerzijds en een efficiëntere plaatsing anderzijds. “Er wordt vandaag bijvoorbeeld heel sterk ingezet op zelfklevende overlappingen, om zo de installatie verder te vereenvoudigen. De markt staat nog lang niet stil.”

Beluister het volledige gesprek gratis via Spotify en volg Dimension Podcast om rechtstreeks op de hoogte te blijven van nieuwe afleveringen.