PROJECT IN DE KIJKER
Dimension 67 – maart 2023
Het BMCC: een bescheiden kolos
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-

De voorgevel werd een robuust en monumentaal aanzicht aangemeten, gemarkeerd door een opmerkelijke overkraging en een ritmische cadans van zwevende bakstenen kolommen in een stalen fries. (© Filip Dujardin)

Door de inplanting van het gebouw ontstond een nieuw stedelijk voorplein dat mede dankzij de heraanleg van de omliggende straten rechtstreeks aansluiting zoekt met de historische binnenstad. (© Filip Dujardin)

Op uitdrukkelijke vraag van de Stad Brugge werden de historische beuken op het Beursplein integraal behouden. “Het natuurlijke kader zorgt voor een mooie integratie van het nieuwe gebouw”, aldus Soors. “Door de bomen lijkt het namelijk alsof het BMCC al veel langer onderdeel uitmaakt van de stad.” (© Filip Dujardin)

In tegenstelling tot de typologie van de gesloten doos wordt de beurshal van het BMCC gekenmerkt door een volledig open en quasi obstakelvrij grondplan, een rijke daglichttoetreding en beglaasde gevels rondom. In geopende toestand ontstaat zo een overdekt plein. (© Filip Dujardin)

Ook vanuit een logistiek oogpunt, om bijvoorbeeld het laden en lossen te vereenvoudigen, was een beurshal op het maaiveld de juiste keuze. (© Filip Dujardin)

Op de dubbelhoge eerste verdieping bevinden zich de foyer en het auditorium voor plenaire sessies, flexibel ingericht met een opdeelbare en inschuifbare tribune. Beide ruimtes zijn op de stad gericht. “In de foyer kaderen de kolommen van de voorgevel wisselende zichten op de Brugse skyline. Wanneer de gordijnen in het auditorium geopend worden, krijgt men ook vanuit de tribune zicht op de stad. Dat brengt een bijzondere en unieke dynamiek teweeg.” (© Filip Dujardin)

Boven het auditorium bevinden zich de kleinere vergaderzalen, die met behulp van mobiele wanden geconfigureerd kunnen worden. Net als in de rest van het gebouw, is het kleurenpalet neutraal gehouden. “In principe werd er één RAL-kleur geselecteerd en over de hele lijn doorgetrokken. Het is vooral in het gebruik dat de ruimtes kleur en karakter krijgen.” (© Filip Dujardin)

Vanuit de cateringruimte op de bovenste verdieping krijgen bezoekers een bijzonder uitzicht over de Brugse binnenstad en haar drie iconische torens. (© Filip Dujardin)

Vanuit de cateringruimte op de bovenste verdieping krijgen bezoekers een bijzonder uitzicht over de Brugse binnenstad en haar drie iconische torens. (© Filip Dujardin)

Het genereuze terras op de bovenste verdieping. De beeldbepalende bakstenen werden in functie van de omliggende gevels geselecteerd en op een erg eenvoudige en rudimentaire manier gemetst teneinde de integratie in de buurt te versterken. (© Filip Dujardin)
PreviousNext
Één jaar na de officiële inhuldiging kan het Bruges Meeting & Convention Centre, kortweg BMCC, terugblikken op 52.000 bezoekers, ruim 100 klanten en een ereplaats in het Brugse lichtfestival Wintergloed, waar de architecturale kenmerken van het gebouw met een licht- en lasershow in de verf werden gezet. Het nieuwe bouwwerk naar de hand van META architectuurbureau en Eduardo Souto de Moura brengt zo een nieuwe dynamiek naar het Brugse beursplein, in weinig nog te vergelijken met het verouderde en monofunctionele beursgebouw van weleer. Al had het volgens de architecten gerust nog wat meer mogen zijn.
Vijftig jaar stond het oude beursgebouw – een spartaanse, rechthoekige hal die in 1966 als tijdelijke constructie door Groep Planning was opgetrokken – op het Brugse beursplein. Eind 2015, toen de bouwfysische, technische en programmatorische gebreken van het gebouw nog moeilijk te negeren vielen, werd besloten om de oude hal af te breken en op dezelfde locatie een nieuw beursgebouw, ditmaal aangevuld met congresfaciliteiten, op te trekken.
“Geen evidente beslissing”, benadrukt Eric Soors van META architectuurbureau, dat samen met Portugees architect Eduardo Souto de Moura de daaropvolgende architectuurwedstrijd won. “Het is niet zonder reden dat de meeste hedendaagse beurshallen buiten de stad staan. Qua bereikbaarheid en parkeergelegenheid is dat de meest voor de hand liggende keuze. Hier liggen we echter direct in de stad, op een steenworp van ‘t Zand en het drukbezochte en bovendien beschermde historische centrum. Dat is een bijzonder organisatorisch vraagstuk.”
De atypische locatie van het project creëerde echter meer dan een logistieke uitdaging alleen. Op het binnenstedelijke terrein van 9.000 m2, langs alle zijden omgeven door waardevolle bomen en een mix van horeca, één- en meergezinswoningen, moest een programma van in totaal ruim 15.000 m2 gerealiseerd worden, inclusief een beurshal van 4.500 m2 en rekening houdend met een maximale footprint van 5.250 m2 en strikte beperkingen in hoogte. “Veel speel- en manoeuvreerruimte was er met andere woorden niet. Vooral de beurshal was dwingend, zowel in het ontwerp van het gebouw, als in dat van de publieke ruimte.”
Een verhaal van twee pleinen
Net de stringente premisse van de beurshal werd door META en Souto de Moura aangegrepen om het gebouw in zijn stedelijke context te verankeren. “In eerste instantie onderzochten we nog alle mogelijkheden, van een half verzonken beurshal tot een zwevende doos op +1. Maar het was snel duidelijk dat de beurs op het maaiveld moest liggen. Niet alleen vanuit een logistiek oogpunt, om onder meer het laden en lossen te vereenvoudigen, maar veel meer nog om een relatie aan te gaan met de buurt. Net omdat een beurshal het grootste deel van het jaar leeg staat, lag hier immers een belangrijke opportuniteit.”
In tegenstelling tot de typologie van de gesloten doos wordt de beurshal van het BMCC gekenmerkt door een volledig open en quasi obstakelvrij grondplan, een rijke daglichttoetreding en beglaasde gevels rondom. Zij bieden doorzicht in alle richtingen en kunnen langs drie zijden geopend worden om de grens tussen binnen- en buitenruimte te supprimeren. “Gegeven de programmatorische voorwaarden van het project was het onvermijdelijk dat het BMCC in zijn context een kolos zou zijn die de vrije circulatie over het Beursplein belemmert. Met de glazen sokkel introduceerden we daarom een gelijkvloerse transparantie die het publieke karakter van het gebouw in de verf zet en in geopende toestand zelfs een volwaardig overdekt plein evoceert. Buurtbewoners krijgen zo alsnog een vlotte doorgang over het plein.”
In theorie, althans. Want hoewel een speerpunt van het ontwerp, heeft de notie van het overdekt plein zich een jaar na de opening van het BMCC nog te bewijzen. “Praktische bekommernissen lijken vandaag nog te overheersen”, begrijpt Soors. “Vragen over de veiligheid, over de potentiële aanwezigheid van vogels en andere dieren, over eventuele openingsuren. Je kan de deuren op een bepaald moment uiteraard perfect weer sluiten, maar het impliceert wel dat er iemand verantwoordelijk voor is. En op vlak van facilitair beheer is die stap nog niet gemaakt.”
Blijft de beurshal voorlopig opvallend gesloten, dan is er aan de andere zijde van het gebouw gelukkig wel een nieuwe openbare ruimte ontstaan. “Het gebouw werd, rekening houdende met de voorwaarde om ten opzichte van de achterliggende gevels minimum 20 m afstand te behouden, zo ver mogelijk naar de zuidwestelijke zijde van het terrein geduwd. Anders dan bij het oude beursgebouw, waarvan de ingang naar het zuidwesten en dus weg van de stad gericht was, werd zo een nieuw stedelijk voorplein gecreëerd dat mede dankzij de heraanleg van de omliggende straten rechtstreeks aansluiting zoekt met de historische binnenstad.”
Niet alleen loopt de bestrating als één groot tapijt in hoogwaardig uitgewassen beton van ’t Zand tot aan en zelfs in het BMCC, maar ook de ingang en het interieur van het nieuwe gebouw zijn prominent richting de openbare ruimte van ’t Zand en het historische centrum georiënteerd. Anders dan de blinde bakstenen gevels die bovenop de glazen sokkel van de beurshal werden geplaatst, werd de voorgevel zo een robuust en monumentaal aanzicht aangemeten, gemarkeerd door een opmerkelijke overkraging en een ritmische cadans van zwevende bakstenen kolommen in een stalen fries. In het interieur bieden die kolommen dan weer de nodige zonwering, en kaderen ze wisselende zichten op de Brugse skyline en haar drie torens in. Ook hier wordt immers continu met de historische stad in dialoog gegaan. “In het restaurant werd de achterste gevel gesloten gehouden, om ze de volle aandacht naar het zicht over de stad toe te richten,” illustreert Soors, “en ook in het auditorium werden de tribunes bewust naar de stad gericht. Tijdens pauzes, wanneer de gordijnen geopend worden, zorgt dat voor een bijzondere en unieke dynamiek.”
Tweedeling
Net zoals er door het BMCC in wezen twee publieke pleinen ontstaan, ontplooit ook het programma van het gebouw zich in twee richtingen. De horizontale oriëntatie van de beurshal, die quasi de volledige vloeroppervlakte van het gebouw inneemt, krijgt tegengewicht van de verticaal gestapelde congresfaciliteiten die er vanaf de eerste verdieping op ingrijpen. De gemeenschappelijke inkomhal op het gelijkvloers vormt het spilpunt. Hier maakt de bezoeker zijn keuze: door de glazen deuren rechtdoor naar de beurshal, of via een ruim bemeten publieke traphal naar het congrescentrum.
De beurshal beslaat in totaal 4.480 m2, slechts onderbroken door twee rijen van elk drie kolommen, heeft een vrije hoogte van minimum 8 m en vormt het toneel voor zowel beurzen en congressen als concerten en andere publieksevents. “Om geluidsoverlast voor de buurt te vermijden, werden alle glazen wanden, inclusief die van de daklichtstraten, uitgerust met akoestische panelen die in gesloten toestand een geluidsbuffer van 60 cm vormen. Door de betonnen wanden te verbreden werd extra massa gecreëerd en het dak werd volledig ontdubbeld: een extra houten constructie gevuld met rotswol en afgewerkt met akoestische spuitpleister zorgt ervoor dat nagalmtijden beperkt worden.”
Het congresgedeelte werd dan weer vormgegeven volgens het drie-stoelen-principe en de vooropgestelde capaciteit van ruim 500 personen: elke congresdeelnemer heeft zo een zitplaats in de zowel de plenaire zaal als de vergaderruimtes en het restaurant. “De stapeling van de verschillende functies volgt de logische sequentie van een congres”, vertelt Soors. “Op de dubbelhoge eerste verdieping bevinden zich de foyer, een genereuze ruimte met zicht op de stad, en het auditorium voor plenaire sessies, flexibel ingericht met een opdeelbare en inschuifbare tribune. Vervolgens zijn er de vergaderruimtes en zogenoemde break-outrooms voor intiemere besprekingen. Zij kunnen met behulp van mobiele wanden geconfigureerd worden, om zo in totaal 8 tot maximaal 12 vergaderzalen te creëren. Op de bovenste verdieping, tot slot, is er een cateringruimte van 675 m2 met keuken en aanpalend terras. De uitgelezen plek om congressen en evenementen met een lunch, receptie of diner af te sluiten.”
Het congrescentrum wordt bediend door twee ruim bemeten circulatiekernen aan weerszijden van het programma: een publieke trappenhal in de zuidoostelijke hoek van het gebouw en een dienstkern in de noordoostelijke hoek. “Zij geven tevens toegang tot de kelderverdieping, waar zich gedeelde functies zoals sanitair en vestiaire bevinden, alsook de parkeergarage voor standhouders en organisatoren, een publieke fietsenparking en, aan de dienstzijde, een tweede industriële keuken. Bovenop de beurshal, in het verlengde van de twee circulatiekokers, zijn tot slot twee langgerekte technische ruimtes voorzien. Hier bevinden zich onder meer de enorme luchtgroepen waarmee zowel de beurshal als het congrescentrum, volledig onafhankelijk van elkaar, van verse lucht, warmte en/of verkoeling bediend worden.”
Uitgekiend kleurenpalet
Het plan van het BMCC spreekt van een duidelijke organisatorische efficiëntie, en ook in het interieur is de functionele pennentrek nooit veraf. Hoewel er bijzondere aandacht besteed werd aan ruimte, vrije hoogte, licht en uitzicht, blijft het kleuren- en materiaalpalet bijvoorbeeld sober en beperkt. De beurshal met zijn open, betonnen vlakte, monumentale kolommen en slanke staalstructuur baadt in het grijs, en ook in het congresgedeelte voeren naakte betonnen wanden, grijs schrijnwerk en dito tapijt de boventoon. Enkel in de foyer, het auditorium en het restaurant voegt een houten vloerbekleding enige kleur en warmte toe. “Het kleurenpalet is bewust sober gehouden, om zo een neutraal kader te scheppen dat vooral in gebruik zijn kleur en karakter krijgt”, aldus Soors. “In principe werd er één RAL-kleur geselecteerd, die vervolgens over de hele lijn werd doorgetrokken.”
Die lijn zet zich ook in het buitenschrijnwerk door, al zijn het daar vooral de massieve bakstenen gevels en kolommen die het karakter van het BMCC bepalen. De oorspronkelijke intentie om met recuperatiebakstenen te werken bleek omwille van het enorme aantal en de noodzakelijke attesteringen weliswaar niet haalbaar, maar er werd wel bijzondere aandacht besteed aan de selectie van de juiste baksteen. “Op een gegeven moment hebben we een collage gemaakt van alle gevels in de nabije omgeving. Op basis daarvan werd geanalyseerd welke kleur, toon en karakter we precies nodig hadden. In combinatie met de erg eenvoudige en rudimentaire manier van metsen – de stenen werden vol in de mortel gelegd en enkel afgestreken; niet gevoegd – zorgt dat voor een mooie integratie van het gebouw in zijn omgeving. Dat geldt overigens ook voor de rode roofing op het dak. Anders dan in de rest van Brugge heeft het BMCC weliswaar een plat in plaats van een hellend dak, maar de keuze voor een rode roofing bevestigt de relatie met de rode dakpannen op de omliggende daken.”
Beeldbepalende bomen
Toch is het niet alleen de materiaalkeuze die aan de vlotte integratie van de onmiskenbare mastodont in het veeleer kleinschalige stadsweefsel van Brugge bijdraagt; ook het kader van historische beuken rondom het gebouw schept volgens Soors de illusie dat het BMCC al langer onderdeel uitmaakt van de stad. “De bomen staan er al minstens even lang als het voormalige beursgebouw, en het was een uitdrukkelijke wens van de Stad Brugge dat zij bewaard zouden blijven. In het ontwerp werd er daarom bijvoorbeeld gekozen om de wanden van de kelder 3 m meer naar binnen te brengen, opdat de boomwortels voldoende ruimte zouden krijgen.”
De grootste uitdaging bij het behoud van de bomen lag evenwel in de werflogistiek. “Het volledige werkproces werd door de dienst Openbaar Domein van Stad Brugge, alsook door externe boomverzorgers opgevolgd. Zeker wanneer er in de nabijheid van bomen gegraven moest worden, kwamen zij advies verlenen. Alle transporten en logistieke handelingen werden tussen de bomen door afgehandeld, in hoofdzaak via de zuidoostelijke hoek van het terrein. Daar werd de bouwput voor de ingang van de fietsenparking zelfs speciaal voor gedempt.”
Uiteindelijk moest slechts één boom het onderspit delven. De overige 38 bomen bleven integraal bewaard en kregen in de nieuwe omgevingsaanleg een ruimere boomspiegel, gevuld met bodembedekkers en narcissenbollen. In de noordoostelijke hoek van het terrein werd een enkele Magnolia toegevoegd, die bloeit wanneer de beuken nog aan het ontwaken zijn. Een kunstwerk van Philip Aguirre y Otegui, een stapeling van bronzen kalebassen waarlangs een kleine straaltje water naar beneden kabbelt, vormt het sluitstuk op het nieuwe voorplein.
Constante onderhandeling
Na een procedure van in totaal vijf jaar en een uitvoeringsfase van ruim twee jaar werd het BMCC in december 2021 opgeleverd en ingehuldigd. Ondanks de coronapandemie en de bijbehorende complexiteit van een internationaal ontwerpteam werd de vooropgestelde einddatum zo met amper twee maanden overschreden. Een vlotte oplevering die Soors onder meer toeschrijft aan de keuze voor een Design & Build formule, al heeft de architect hierop ook een duidelijke kritische noot. “Hoewel er in de vroege fases ruimte is genomen om tot een Best & Final Offer (BAFO) te komen, moet een aannemer bij zo’n D&B-formule toch altijd een prijs neerleggen op basis van een globaal concept in plaats van een compleet ontwerp. Het gevolg is dat er in het verdere ontwerpproces weinig marge overblijft en dus regelmatig onderhandeld moet worden.”
Een deel van die onderhandelingen gebeurde volgens Soors nog tijdens de uitvoeringsfase. “Bij aanvang van de werken was er nog geen compleet uitvoeringsdossier. Dat heeft gaandeweg vorm gekregen en moest ook regelmatig aan de reeds uitgevoerde werken aangepast worden. Onder meer de materiaalkeuzes zijn en court de route gefinaliseerd. Dankzij een goede samenwerking en vlotte communicatie met onze bouwpartners, aannemer MBG en projectontwikkelaar CFE, konden we steeds een goede detaillering bekomen, maar een ideale situatie is het dus allerminst. Nu is het vooral afwachten hoe het gebouw in de komende jaren evolueert en of de premisse van het overdekte plein eindelijk gerealiseerd wordt.”
Projectfiche
Opdrachtgever: Stad Brugge
Procedure: Wedstrijd, Design & Build
Architecten: TV Eduardo Souto de Moura – META architectuurbureau
Landschapsarchitecten: Landinzicht Landschapsarchitecten
Studiebureau Stabiliteit: MOUTON, AFA Consult
Studiebureau Technieken: hp engineers, AFA Consult
Studiebureau Akoestiek: Daidalos Peutz
Studiebureau Buitenruimte: Ingenieursbureau France
Studiebureau Mobiliteit: Vectris
Studiebureau Brandveiligheid: FESG
Projectontwikkeling: CFE
Hoofdaannemer: MBG
Oppervlakte: 21.036 m2
Timing: 2016 - 2021