STAD IN DE KIJKER  
Dimension 54 – november 2019

Stad in de kijker: Namen

Burgemeester Maxime Prévot: “Wij zijn een voorloper in collectieve intelligentie”

‘Une vision sans action n’est qu’une hallucination’, lezen we op de website van Maxime Prévot, burgemeester van Namen, voorzitter van cdH en voormalig vice-minister-president van de Waalse regering. Een gebrek aan visie en daadkracht kan de jonge veertiger niet worden verweten. In zijn eerste termijn als burgemeester (2012-2018) zette hij zijn stad via een keur aan projecten internationaal op de kaart als de digitale hoofdstad van Wallonië. Lopende projecten verder afwerken, alles consolideren en de stad verder uitbouwen tot een voorloper in intelligentie en duurzaamheid, ziet hij als de opdracht voor zijn tweede ambtsperiode.

Door Colette Demil en Staf Bellens

De lijst van projecten in Namen is indrukwekkend. Waar Maas en Samber samenvloeien, komen een grote esplanade, een architecturale landmark, een fietsers- en voetgangersbrug naar Jambes en een ondergrondse parking. De Grand Manège op de voormalige kazernesite wordt gerenoveerd tot een theater- en concertzaal. Op de lijst van nieuwbouw staan onder andere het Conservatorium, het Justitiepaleis, een kabellift en een bibliotheek. Het paviljoen van de wereldtentoonstelling in Milaan 2015 wordt heropgebouwd aan de Citadel als uitstalraam voor digitaal Wallonië. Boven het station komt een multimodaal busstation en de stationsbuurt krijgt een nieuw aanzien. Aansluitend is een mix van commercieel centrum, kantoren en woningen gepland. Op diverse plekken verrijzen nieuwe woningen, kantoren, horeca en ondergrondse parkings. Kortom, Namen is één grote bouwwerf waar momenteel het hoogste aantal verschillende ontwikkelaars aan het werk is van heel Wallonië.

Zijn stad was dan ook toe aan een zuurstofkuur, erkent de burgemeester. “Een studie omschreef Namen pakweg 15 jaar geleden als een schone slaapster die huiverde voor verandering. Op papier waren we sinds 1986 de hoofdstad van Wallonië, maar de economische metropool was Luik. Wij beschikten nochtans over troeven, zoals onze centrale ligging op het kruispunt van autowegen, spoorwegen en rivieren. We hebben een rijk patrimonium en de charme van onze middeleeuwse stad is nooit aangetast door industrialisatie, een ring of andere ingrepen. De aanwezigheid van de Waalse regering, het Waalse parlement en de administratie zet de deur open voor internationale contacten. We hebben een universiteit en meerdere hogescholen, met de bijhorende start-ups en spin-offs, onder meer inzake gezondheid en informatica. We vormen een onderdeel van de as Waals-Brabant / Namen / Luxemburg die het economisch prima doet. Maar het ontbrak ons aan voorzieningen om economisch volgas te gaan.”

Varkenssnuit

De burgemeester, die na zijn master politieke wetenschappen een aanvullende specialisatie nieuwe technologieën volgde, vond de tijd rijp om voluit de kaart van de digitalisering te trekken en Namen ambitieus voorop te schuiven als pionierende smart city. Die keuze bleek een geschikte formule om centen te verwerven uit het Europees fonds voor regionale ontwikkeling EFRO. “Het was de allereerste keer dat wij uit die subsidiepot putten”, beklemtoont Maxime Prévot. “In het verleden vielen we steevast uit de boot omdat we geen verlaten industriële sites en vervuilde gronden hebben, terwijl de socio-economische doelstellingen van EFRO vooral dergelijke regio’s in ons land beoogden. Maar met het programma 2014-2020 wou Europa ook regio’s ondersteunen waar projecten inzake digitale intelligentie werden ingezet om socio-economische vooruitgang te bewerkstelligen. Wij hebben een portefeuille van dergelijke projecten samengesteld en ingediend, wat ons een totaalbudget van 26 miljoen euro aan Europese steun opleverde.”

Een van die projecten is de aanleg van een esplanade en van het NID (Namur Intelligente et Durable maar ook ‘nest’) aan de samenvloeiing van Samber en Maas, omwille van de specifieke vorm in de volksmond gekend als le Grognon (varkenssnuit) maar officieel La Confluence gedoopt. “Ruim 50 jaar geleden werden op deze plek, waar ooit de wieg van de stad stond, de laatste woningen gesloopt. Sindsdien is deze symbolisch sterk geladen site vlakbij de Citadel en naast het Waals parlement een saai parkingplein. De voorbije decennia werden meerdere wedstrijden georganiseerd en projecten voorgesteld, maar die sneuvelden steevast op het njet van de bevolking. Onder het motto ‘Le succès fut toujours un enfant de l’audace’, een gezegde van de Franse dichter Prosper Crébillon, besloot ik tot een gedurfde architecturale geste die het verleden moest verbinden met de toekomst. We hebben een internationale design & build wedstrijd uitgeschreven en een internationale jury samengesteld onder voorzitterschap van voormalig Vlaams Bouwmeester Marcel Smets. Met het winnende project keert de stad haar gezicht weer naar de rivier en krijgen we met het NID een landmark waar onze burgers met behulp van nieuwe technologieën geplande stadsprojecten in 3D kunnen bekijken en hun opinie kunnen geven.”

Investeerders zijn welkom

Naast de Europese en andere publieke fondsen was de inbreng van private investeringen een noodzaak, vervolgt de burgemeester. “In de legislatuur voor ik burgemeester werd, werd het kader waarbinnen promotoren moesten werken strenger gemaakt omwille van een aantal excessen. Te streng, want Namen stond bij investeerders bekend als een stad waar de vergunningseisen heel beperkend werkten. Bij mijn aantreden als burgemeester heb ik bewust gekozen voor de bevoegdheid ruimtelijke ordening. Ik heb de pelgrimsstaf genomen en ben naar investeerders gestapt met de boodschap dat ze welkom waren in Namen. Uiteraard moet je er als stad over waken dat grote projecten een win-win opleveren. Dat promotoren rendement nastreven, is legitiem, maar ook de gemeenschap moet een meerwaarde krijgen in de vorm van openbaar groen, nieuwe voetpaden, camerabewaking, betaalbare woningen, kinderopvang, stadslandbouw, maatregelen voor meer biodiversiteit en dergelijke meer.”

“Naast ruimtelijke ordening heb ik in 2012 de bevoegdheid cultuur geclaimd, want cultuur is razend belangrijk voor ruimtelijke ontwikkeling. Ik wou samen met alle lokale actoren een visie voor 2022 uitzetten, die als ruggengraat kon dienen voor alle projecten. Bij wedstrijden zat er ook steevast een vertegenwoordiger van de culturele wereld in de jury. Iedereen – architecten, landschapsarchitecten, ruimtelijke planners, mensen uit de culturele wereld – bekijkt, beleeft en deelt de openbare ruimte op zijn manier. Al die gevoeligheden moet je meenemen in je evaluatie.”

Een goede begeleiding van de werken was een van de grote bekommernissen van de burgemeester. “Op wekelijkse vergaderingen bespreken alle betrokkenen de projecten en bekijken ze hoe ze de overlast zo klein mogelijk kunnen houden. Halfjaarlijks is er een openbare vergadering waar de status van elk project wordt belicht en wordt uitgelegd wat er de komende zes maanden op de planning staat. Op die vergaderingen voeren geen politici maar experts van de verschillende partijen het woord: TEC, Infrabel, NMBS, de Régie Foncière van de stad, de promotoren. Sinds ruim vijf jaar beschikken we ook over het Pavillon de l’aménagement urbain, een dienst die de bevolking uitlegt wat er allemaal gebeurt en hoe dat in zijn werk gaat, en die op zijn website alle relevante informatie verzamelt. Ruimtelijke ordening bepaalt in hoge mate de manier waarop de stad leeft en zich ontwikkelt, en moet dan ook maximaal participatief en inclusief verlopen. Wie mee wil spreken, moet daartoe de mogelijkheid krijgen. Het Pavillon is daarvoor de aangewezen ingang en zal opgaan in het NID zodra dat klaar is.”

Wankel winkelcentrum

Ondanks die intense begeleiding blijft een groot dossier aanslepen, namelijk het nieuwe commerciële centrum dat Besix Red wil ontwikkelen bij Square Léopold. Maxime Prévot: “De koopkracht van Namenaars ligt hoger dan het Waalse gemiddelde, maar het aanbod is nog niet verzadigd. Ons oude patrimonium laat ook slechts winkels met een relatief beperkte oppervlakte toe. Daardoor is de druk groot om een commercieel centrum buiten de stad te ontwikkelen, iets waar wij ons altijd tegen verzet hebben. Het gevolg is dat we winkelketens zien vertrekken naar Louvain-la-Neuve, waar heel wat Namenaars hun inkopen doen. Ook het winkelcentrum in het kleine stadje Fosses-La-Ville 20 kilometer verderop verdubbelde de voorbije jaren in oppervlakte. Om dat te counteren en te vermijden dat er morgen toch een commercieel centrum in de periferie wordt vergund, lieten we de mogelijkheid van een winkelproject in het stadscentrum bestuderen. Daaruit bleek dat een centrum van 20.000 m² de meest aangewezen omvang was, en dat de Square Léopold daarvoor een perfecte locatie bood. Alleen rees er verzet van een leefmilieuvereniging omdat er een aantal bomen moest worden gekapt. Die vereniging slaagde erin voldoende handtekeningen te verzamelen om een volksraadpleging te eisen. Mede door de tegenstand van de politieke oppositie die het niet gepast vond dat wij de enquêtevragen hadden opgesteld, brachten vooral tegenstanders van het project hun stem uit, zodat het project werd verworpen. We hebben een verzoeningscommissie opgericht onder voorzitterschap van Henri Bogaert, het voormalige hoofd van het Federaal Planbureau, om een beter en breder gedragen project te schetsen, en de milieuvereniging is daar met slaande deuren vertrokken toen ze hun slag niet thuishaalden. Momenteel ligt een gemengd project van retail, kantoren en woningen voor, maar daarvoor is een herbestemming van de zone nodig. Die administratieve procedure is ingezet en als alles goed verloopt, wat nog af te wachten valt, kunnen de werken ten vroegste in 2021 van start gaan. Louter pragmatisch bekeken had ik het project beter gewoon geschrapt, maar ik blijf ervan overtuigd dat het onze stad ten goede zal komen. In 2012 heb ik de kiezer een mandaat gevraagd op basis van een programma dat verder reikte dan de volgende verkiezingen. Bij de verkiezingen in 2018 kreeg onze meerderheid opnieuw het vertrouwen en behaalde ik nagenoeg evenveel voorkeurstemmen als zes jaar voordien, toen ik een historische score realiseerde. De Namenaars hebben dus in het stemhokje het gevoerde beleid gewaardeerd.”

Koers met hindernissen

Hoe gaat de stad om met de gebruikelijke uitdagingen, zoals betaalbare huisvesting, leegstaande winkels, mobiliteit en tewerkstelling? Maxime Prévot: “De vastgoedprijzen liggen in Namen, dat momenteel 111.000 inwoner telt en jaarlijks een lichte bevolkingsaangroei kent, nagenoeg op het niveau van Brussel. Daardoor trekken heel wat jonge gezinnen naar de periferie zodra ze behoefte krijgen aan meer leefruimte. We hebben al diverse maatregelen getroffen. De niet-geautoriseerde opdeling van woningen tot studentenkoten hebben we streng aangepakt, zodat er meer woningen voor gezinnen ter beschikking komen. Ook de leegstand hebben we in het vizier genomen. Met een taks trachten we eigenaars aan te zetten tot verkoop of renovatie, en bij risico’s voor de veiligheid of de volksgezondheid slopen we op eigen initiatief en bezorgen we de factuur achteraf aan de eigenaar. Onlangs is in de gemeenteraad een aanvullend reglement goedgekeurd waardoor we ook gedeeltelijke leegstand kunnen bestrijden. Dat is vooral bedoeld voor de verdiepingen boven winkels. Als we vergunningsaanvragen voor winkelruimtes krijgen, verplichten we ook de creatie van een aparte toegang tot de verdiepingen, zodat die gemakkelijker als woning kunnen worden benut. Tot slot hebben we in 2015 het initiatief Engagement Logement gelanceerd. Voor grote projecten sluiten we in gezamenlijk overleg een overeenkomst met de promotor dat hij x aantal woongelegenheden via een sociaal verhuurkantoor op de markt zal brengen. Dat heeft al tientallen woningen opgeleverd die tegen een betaalbare huurprijs worden aangeboden.”

“Winkelleegstand is overal een probleem en mirakeloplossingen bestaan niet. Wij trachten de informatica te benutten om de kleinhandel te ondersteunen. Zo kunnen handelaars via onze app Namur Connect en beacons promoties of commerciële boodschappen versturen naar de smartphones van shoppers in de omgeving. Een interessant idee dat momenteel leeft, is een elektronische getrouwheidskaart die in alle winkels van heel de stad geldig is. Zo blijven we voortdurend zoeken naar innovatieve ontwikkelingen.”

“Een goede mobiliteit is nergens een evidentie, maar wij zitten met het extra gegeven van een middeleeuwse stad met smalle straten. Bovendien leiden alle grote toegangswegen in stervorm naar het station, zodat je altijd het centrum moet doorkruisen. Ook de Citadel vormt een obstakel waar je omheen moet. Om dat aan de pakken, hebben we het système de transport intelligent STI opgezet, een app die in real time een maximaal aantal oplossingen suggereert. ”

Collectieve intelligentie

“Inzake tewerkstelling betekenen onze centrale ligging en het gebrek aan grote verkeersinfarcten een voordeel. De toegankelijkheid van onze stad via wagen, trein en bus, de hoge levenskwaliteit met volop groen vlakbij en de aanwezigheid van de regering, het parlement en de administratie zijn aantrekkelijk voor bedrijven. De tewerkstelling stijgt dan ook gestaag, en recent zijn er meerdere vergunningsaanvragen voor hotelkamers ingediend. Ook op het vlak van bedrijventerreinen is er volop beweging. Aansluitend bij onze vijf ziekenhuizen werd naast de al bestaande industriezones een thematisch bedrijventerrein ontwikkeld, Care-YS, dat zich toelegt op veroudering en autonomie, e-gezondheid en gezonde voeding. Verder wordt in Belgrade een voormalig militair gebied geconverteerd tot bedrijvenzone. Een trekker wordt zeker TRAKK, een met Europese fondsen gefinancierde incubator voor start-ups en spin-offs in informatica, die onderdak krijgt in een oude sporthal van de universiteit en geïnaugureerd zal worden op het ogenblik dat dit artikel verschijnt. Daarmee werpt het label Namur Capitale Digitale zijn economische vruchten af. Door de burgers te betrekken bij de intelligente stad, creëren we toegevoegde waarde en wordt de stad echt intelligent. Dat werd zopas bevestigd door de prijs van de Waalse regering voor onze open data governance. Wij zijn de eerste Waalse stad die beschikt over een portaal voor open data. Wie bv. een handelszaak wil openen, kan daar nagaan in welke wijken zijn doelgroep het sterkst vertegenwoordigd is. Aan de hand van thermografische opnamen kan elke burger checken of zijn dak voldoende is geïsoleerd. Zo niet, dan kan hij bekijken hoeveel zonnepanelen hij op zijn dak kan plaatsen en berekenen hoeveel energiebesparing hem dat kan opbrengen. We sluiten nu akkoorden met installateurs, zodat burgers een installateur in hun buurt kunnen vinden die hen een korting op de installatiekost geeft. Die collectieve intelligentie levert toegevoegde waarde op.”

Voor de lopende legislatuur ligt de nadruk op onderhoud, renovatie en de afwerking van de lopende projecten. “De stad heeft een patrimonium van 450 gebouwen, die energie-efficiënt en conform de normen moeten worden gemaakt. Containerklassen vervangen door echte schoollokalen, sportinfrastructuur updaten, de lokalen en het materiaal voor onze stadswerklui in orde brengen, waar nodig de wegen en voetpaden in de deelgemeenten heraanleggen of herstellen: daarop ligt de klemtoon. Gelukkig hebben we dankzij de vele subsidies altijd voldoende investeringen kunnen doen in onze deelgemeenten, zodat daar geen dringende noden zijn. Want ons grondgebied is groter dan de 19 Brusselse gemeenten samen, en de helft van onze bevolking leeft in de dorpen buiten het stadscentrum.”

“Dat promotoren rendement nastreven, is legitiem, maar ook de gemeenschap moet een meerwaarde krijgen in de vorm van openbaar groen, nieuwe voetpaden, camerabewaking, betaalbare woningen, kinderopvang, stadslandbouw, maatregelen voor meer biodiversiteit en dergelijke meer.”

“Ruimtelijke ordening bepaalt in hoge mate de manier waarop de stad leeft en zich ontwikkelt, en moet dan ook maximaal participatief en inclusief verlopen. Wie mee wil spreken, moet daartoe de mogelijkheid krijgen.”

“Door de burgers te betrekken bij de intelligente stad, creëren we toegevoegde waarde en wordt de stad echt intelligent. Dat werd zopas bevestigd door de prijs van de Waalse regering voor onze open data governance.”

“Sinds ruim vijf jaar beschikken we over het Pavillon de l’aménagement urbain, een dienst die de bevolking uitlegt wat er allemaal gebeurt en hoe dat in zijn werk gaat, en die op zijn website alle relevante informatie verzamelt.”

“De stad heeft een patrimonium van 450 gebouwen, die energie-efficiënt en conform de normen moeten worden gemaakt.”