DOSSIER  
Dimension 45 – september 2017

Wegwijs in de actuele brandwetgeving

Met vier infosessies over het vernieuwde KB Basisnormen voor preventie van brand en ontploffing en de TV Brandwerende doorvoeren maakte NAV meer dan 1.500 architecten wegwijs in het labyrint van de actuele brandwetgeving.

Naast het KB Basisnormen uit 1994 maken de regelgeving van de gemeenschappen en de gewesten, de normen rond brandveiligheid, de Technische Specificaties, en de Technische Voorlichtingen – zeg maar codes van goede praktijk – van het WTCB, deel uit van het referentiekader. Ing. Sven Eeckhout, (senior hoofdadviseur WTCB) schetste klaarheid in hoe de Basisnormen en de andere referentiedocumenten zich tot elkaar verhouden. “Het KB Basisnormen van 7 juli 1994 - dat de basispreventie eisen vastlegt – werd inmiddels meermaals gewijzigd. De laatste wijziging is het KB van 07/12/2016. Voor alle gebouwen met een bouwaanvraag van voor 1 april 2017 wordt formeel aanvaard dat het gebouw voldoet aan de technische specificatie van een nieuwer soortgelijk gebouw.” Vanaf 1/12/2016 kan het aantonen van de brandweerstand uitsluitend nog volgens NBN EN 13501-2. Eén van de uitzonderingen hierop vormen brandwerende deuren, waarvoor er een co-existentieperiode voor het bereiken van de CE-markering geldt. Tot 31/10/2019 is Rf nog toegelaten, vanaf 1 november is EI1 verplicht. Daarnaast blijft ook de eis qua stabiliteit bij brand voor valse plafonds volgens de Belgische norm NBN 713.020 bestaan, aangezien er geen alternatief is binnen het Europese systeem.

Naar een transparanter KB

Het vernieuwde KB Basisnormen is op 1 april 2017 in voege getreden. De meeste aanpassingen versoepelen of verduidelijken het KB, of bieden bijkomende mogelijkheden. “Het opzet was viervoudig. Ten eerste wou men tot een uniformer KB komen, waarbij een aantal verschillen tussen de verschillende regelgevingen inzake terminologie werden weggewerkt. Europese harmonisering was eveneens een kerngedachte. Zo werd door de recent gepubliceerde productnorm liften het hoofdstuk ‘liften’ integraal aangepast. Daarnaast werden vaak voorkomende afwijkingsaanvragen gestroomlijnd en in de voorschriften opgenomen. Een vierde doelstelling was meer logica brengen in het toepassingsgebied van het KB, zowel wat lage, middelhoge als hoge gebouwen betreft”, aldus Thilde Jacquemyn (expert fire safety van SECO (Technisch Controlebureau voor het Bouwwezen). Zij gaf een overzicht van de voornaamste wijzigingen en hun impact op het architecturaal concept.

Impact op werk architect

Het gros van de wijzigingen in Bijlage 1 betreft het (her)definiëren van terminologie. De termen ‘sas’ en ‘triplex’ worden voor het eerst gedefinieerd. Onder triplex wordt voortaan begrepen: een compartiment, gevormd door 3 boven elkaar geplaatste bouwlagen, verbonden door middel van een ‘binnen’ verbindingstrap. De wijzigingen in de Bijlagen 2/1, 3/1 en 4/1, met betrekking tot brandweerstand, hebben impact op het werk van de architect. Zo mag voor nieuwe duplexen de toegestane, gecumuleerde oppervlakte maximum 2.500 m² bedragen. Een triplex wordt in bepaalde gevallen niet meer als atrium beschouwd. Ook naar gordijngevels, trappenhuizen, landschapskantoren, parkeergarages, liftsassen en technische kokers zijn er specifieke wijzigingen inzake de vereiste brandweerstand.

Brandwerende doorvoeringen: do’s & don’ts

Sven Eeckhout besprak de do’s & don’ts bij brandwerende doorvoeringen van leidingen, kabels en kanalen. Vuistregel is dat, indien een wand brandwerend dient te zijn, dit ook geldt voor de doorvoeringen en andere verzwakkingen. Hij waarschuwde voor het gevaar van het vaak gebruikte ‘brandwerend schuim van 4 uur’: “Deze oplossing is doorgaans enkel brandveilig voor het uitvoeren van lineaire voegen tussen massieve elementen, en meestal niet voor het isoleren en afdichten van openingen rondom kabels, leidingen en kanalen, of van HVAC-systemen. Er wordt aan de eisen voldaan door gebruik te maken van type-oplossingen uit Bijlage 7 van het KB (enkel voor enkelvoudige doorvoeringen, leidingen en kabels – met beperkte diameters), of door gebruik te maken van een specifieke brandwerende voorziening. De nieuwe TV 254 bevat alle informatie hieromtrent.

Nieuw NAVO-hoofdkwartier

Tot slot lichtten Thilde Jacquemyn van SECO en architect Donald Polfliet, PgD Fire Safety Engineering bij Defensie, de algemene principes van brandwerende doorvoeringen van leidingen, kabels en kanalen toe, aan de hand van de case van het nieuwe NAVO-hoofdkwartier in Evere. Een ontwerp van de TV SOM – ASSAR Architects, winnaar van de architectuurwedstrijd. In een opdracht van adviesverlening naar de hoofdaannemer werkte SECO een gedetailleerd stappenplan uit om het high level niveau inzake brandveiligheid in dit middelhoge gebouwencomplex te garanderen. Tussen de presentaties door gaf ir-arch. Koen Willem van het NAV een overzicht van de praktijkoplossingen van de diverse partners.

Door Philip Declercq

BENOR ATG & ANPI

Steeds meer producten en uitrustingen hebben de kwaliteitskenmerken BENOR ATG en ANPI. Denk aan installaties van brandblussers, muurhaspels, hydranten, branddeuren... De CE-markering alléén volstaat niet voor het garanderen van kwaliteit, doeltreffendheid en betrouwbaarheid. Beide kwaliteitskenmerken zijn de referentie en een garantie voor de architect dat het product of de dienst conform is met de van kracht zijnde normen. Tevens blijkt dat het product of de dienst beantwoordt aan de behoeften van de gebruikers en de consumenten.

www.benor.be

www.anpi.be

Decoene Products: PURE kantlat

De PURE kantlat van De Coene Products beperkt beschadigingen (door bedden, karren, reiskoffers,…) van RF-deuren. Deze stootvaste randafwerking van 7mm dik, vervaardigd uit 2 component poly-urethaan hars, wordt naadloos tegen het deurblad gegoten. De PURE kantlat is in de massa gekleurd (RAL-kleur naar keuze) en hoeft geen nabewerking. Deze oplossing mag toegepast worden op brandwerende draai- en zwaaideuren RF30 en RF60 van De Coene Products.

www.decoeneproducts.be

FEBE: Prefabbeton “Alles-in-1”

Prefabbeton is een bouwmateriaal met zeer goede eigenschappen inzake brand. Het scoort goed op het vlak van brandreactie, houdt structureel lang stand en houdt de voortzetting van brand en de verspreiding van schadelijke gassen tegen. Innovatief is het toevoegen van polypropyleen aan hogesterktebeton om het spatten van beton tegen te gaan. De architect kan bij FEBE alle informatie over de brandveiligheid van betonstructuren bekomen, of zelf de betreffende productnorm en de tabellen in de NBN EN 1992-1-2 + ANB raadplegen.

www.febe.be

FOAMGLAS®: brandveilige, minerale isolatie

Brandveiligheid is een essentieel aspect waar de architect of de bouwheer verantwoordelijk voor is. FOAMGLAS® minerale isolatie is onbrandbaar, en beperkt branduitbreiding. Het materiaal veroorzaakt weinig of geen rook, en bij brand komen er geen toxische gassen vrij. FOAMGLAS®-isolatie behoort tot de hoogste brandklasse (A1), voldoet aan de Europese norm EN 13501-1, en blijft zijn eigenschappen levenslang behouden. De gratis brochure ‘Structurele brandpreventie’ kan worden aangevraagd via info@foamglas.be of

www.foamglas.be

‘Gyproc brandwerende systemen’

De wand- en plafondsystemen van Gyproc hebben, naast hun esthetische, akoestische en functionele voordelen, ook een goede brandwerendheid. Om aan de voorwaarden van de nieuwe Europese normen te kunnen voldoen heeft Gyproc zijn wand- en plafondsystemen opnieuw getest.

Architecten en interieurarchitecten kunnen de nieuwe brochure ‘Gyproc brandwerende systemen’ downloaden op onderstaande website:

www.gyproc.be/professional/documentatie/nl

Hebel: brandweerstand én isolatie in één

Hebel cellenbetonplaten hebben een zeer hoge brandweerstand (EI 360 min. voor een dikte van 15 cm). De Hebel bouwsystemen bieden gegarandeerde oplossingen voor elk type brandmuur. Een bijkomende troef is de isolatiewaarde van het materiaal, die toelaat om zonder extra isolatie te voldoen aan de EPB-eisen (bijvoorbeeld muren tussen KMO-units). Hebel brandmuren die de gevel of het dak doorsteken, zijn automatisch koudebrugvrij.

www.xella.be

PiroPro: PIRO-C & PIRO-S

Met de productvarianten PIRO-C en PIRO-S focust PiroPro (Thiers-Horizon Group) op brandwerende pleisters voor passieve brandbeveiliging. PIRO-C (Concrete) wordt aangebracht op betonnen wanden, plafonds, draagbalken en kolommen. PIRO-S (Steel) wordt toegepast op bestaande en nieuwe, dragende, stalen constructies. De pleisters bestaan uit een vezelvrije samenstelling van vermiculiet, perliet en toeslagstoffen met gips als bindmiddel. Dit zorgt voor een hoge brandwerende waarde en een goede mechanische sterkte. Door hun hardheid en slagvastheid verpulveren ze niet en kunnen ze onmiddellijk schilderklaar afgewerkt worden.

www.piropro.be

Promat: PROMASTOP®-M

PROMASTOP®-M is een makkelijk verwerkbare brandwerende mortel op cementbasis, die de brandweerstand van het compartiment garandeert voor EI 30 tot EI 120. De mortel kan gebruikt worden voor bijna elke toepassing. Denk aan brandwerende afdichtingen van doorvoeringen van kabels, kabelgoten en -bundels, kunststofleidingen en koperen/stalen leidingen doorheen massieve wanden, massieve vloeren en lichte scheidingswanden. PROMASTOP®-M heeft een goed thermisch isolerend vermogen.

www.promat.be