STAD IN DE KIJKER
Dimension 47 – februari 2018
Burgemeester Peter Vanvelthoven, Lommel
“Wij geven zelf het goede voorbeeld”
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-

Beau-fort is een innovatief kinderdagverblijf dat opvang, naschoolse activiteiten en diverse diensten voor ouders bundelt. Het ontwerp van architectenbureau benAS en de naam verwijzen naar de ligging vlakbij een reeks windmolens. De dubbelhoge inkom en ontvangstruimte vormen daarin de spil, terwijl de waaier aan activiteiten de wieken representeren. Foto: benAS

Naast de centrumbegraafplaats verrijst momenteel het crematorium Statie Stuifduin, een ontwerp waarmee a2o architecten de architectuurwedstrijd won. Het bestaande inkomgebouw blijft de hoofdtoegang van de site. Het crematorium takt aan op de aanwezige hoofdas. In het architectuurontwerp staat de universele kracht van de natuur centraal. Het transparante gebouw vervloeit met het omliggende landschap.

Via een Open Oproep werd de bouw van het dierenasiel toegewezen aan Collectief Noord. Het ontwerpteam koos niet voor een gebruikelijke laagbouw, maar gaf de katten een toren met uitkijk op de omgeving. De honden daarentegen, die gevoeliger zijn voor stress, kregen een rustig plekje. De inkom kreeg een grafische knipoog. Later ontwierp Collectief Noord ook het aangrenzende private dierencrematorium.

Via een Open Oproep werd in 2013 de bouw van een internaat voor het buitengewoon onderwijs van de Scholengroep Midden-Limburg met als bouwheer GO! toegekend aan het Italiaanse architectenbureau Ipostudio in samenwerking met nuvolaB, allebei uit Firenze. Als uitvoerend architect trad Goossens & Partners architecten en ingenieurs op, in samenwerking met nuvolaB. © Stijn Bollaert

Het kwartszand dat in de regio wordt gewonnen, vormt de grondstof voor glas. Dat wordt in de verf gezet in het Glazen Huis, officieel het Vlaamse Centrum voor Hedendaagse Glaskunst. Het Glazen Huis benadert glas vanuit alle mogelijke gezichtspunten: artistiek, functioneel en conceptueel, ambachtelijk en industrieel, hedendaags en historisch. Het ontwerp van het opvallende gebouw is van Samyn & partners.

Het Huis van de Stad is een ontwerp van Jo Crepain (Crepain Binst Architecture) in samenwerking met vormgever Frans Van Praet. Het is meer dan een stadhuis, want naast de stedelijke diensten biedt het ook onderdak aan het OCMW, het sociaal huis en de VDAB.

Het natuur- en wandelgebied De Sahara is toegankelijk via deze S-vormige brug in staal en hout van architect Thomas Spiegelhalter.

Mint Architecten tekende voor het ontwerp van de verbouwing met gedeeltelijke nieuwbouw van het oude WZC Hoevezavel tot de nieuwe Lommelse Kunstacademie. Voor het nieuwe gedeelte gaf Mint Architecten de voorkeur aan een strakke, eenvoudige vormgeving. Op die manier krijgt de Kunstacademie, ondanks het behoud van een groot gedeelte van de bestaande gebouwen, een volledig nieuw aanzicht en een eigen identiteit.

Momenteel wordt volop gewerkt aan een gloednieuw sportcomplex met zwembad en een tennishal met vier banen. Het nieuwe zwembad krijgt een 25 meterbad met zes banen, een apart kinderbad, wellness en een familieglijbaan. Een gemeenschappelijke brasserie met een waterspeeltuin of spray park vormt het hart van het complex. De tijdelijke vereniging Pellikaan – Optisport zal voor een periode van 30 jaar instaan voor de uitbating.

Ateliereen Architecten maakte in samenwerking met MAMU architects het ontwerp voor de dertig meter hoge uitkijktoren in het natuurgebied De Sahara. De constructie bestaat uit geschakelde driehoeken met gevels in touw en telt drie platformen.

Het Antwerpse bedrijf Slow Cabins test in de bossen van Lommel een prototype van een autarkische blokhut uit waarin mensen kunnen overnachten. Regenwater wordt opgeslagen in een tank. Zonnepanelen op het dak voeden batterijen die tot drie dagen stroom kunnen leveren. Het ecohuisje is opgetrokken uit duurzame materialen. © Slow Cabins by Jonas Verhulst
PreviousNext
Een goede ruimtelijke planning vergt het uithoudingsvermogen van een triatleet, luidt de slotsom van ons gesprek met de Lommelse burgemeester Peter Vanvelthoven en schepen van stadsontwikkeling en mobiliteit Walter Cremers, die zich ook op provinciaal bestuursniveau al over onder meer ruimtelijke ordening boog. Hoe pakt een kleine maar uitgestrekte stad de zoektocht aan naar het delicate evenwicht tussen verdichting, leefbaarheid, toegankelijkheid, mobiliteit en kwaliteitsvolle architectuur?
“De uitgestrektheid van onze stad is een troef die je al snel kan verspelen als je overal alles toelaat”, reageert de burgemeester op zeker ogenblik tijdens het gesprek. “Vandaar dat we een strikte afbakening maakten tussen de industrie in het zuidwesten, het groen en toerisme in het noordoosten, en centraal daartussen ruimte om te wonen en te leven.”
Ook binnen die centrale plek is een doordachte afbakening de opgave. Peter Vanvelthoven: “Ruim vijftien jaar geleden ontwikkelden we uit het niets de plek waar nu het Huis van de Stad staat. Sindsdien maakte onze dienst ruimtelijke ordening 13 RUP’s, waarvan een achttal betrekking hebben op het binnengebied. Het is nu aan de eigenaars en ontwikkelaars om daarmee aan de slag te gaan. Onze visie op het centrum is duidelijk. Hier aan het Hertog Janplein willen we diensten centraliseren. In onze winkelstraat, de Kerkstraat, trachten we de kleinhandel verder te promoten. Op de Markt mikken we op horeca. In de binnengebieden propageren we verdicht wonen.”
“Die afbakening in het centrum is bedoeld om de diverse functies elkaar te laten versterken. Maar private initiatieven in die richting dirigeren, is niet altijd gemakkelijk. Daarom trachten we zelf de nodige impulsen te geven. Zoals alle steden hebben wij af te rekenen met winkelleegstand. Daar werken we aan, onder andere via een recente herinrichting van de Kerkstraat en via een leegstandsheffing, vooral bedoeld om de huurprijzen te drukken. We laten ons ook begeleiden door CityD, wat onder andere resulteerde in een uniek subsidiesysteem voor startende handelaars. Maar om parallel een andere aantrekkingspool voor ons centrum te creëren, hebben wij enkele jaren geleden het binnengebied Mudakkers opzij van de Kerkstraat gekocht. Daar realiseren we in PPS met een private ontwikkelaar een combinatie van wonen en zorggerelateerde diensten plus een ondergrondse parkeergarage.”
Sterke publieke ruimtes
Kwaliteitsvol verdichten is een secure opgave. Hoe pakt de stad dat aan? Walter Cremers: “We gaan graag in op het voorstel van de Vlaamse Bouwmeester voor een verdichtingsscan, die gepland is voor de eerste helft van 2018. We kunnen zeker een aantal troeven voorleggen, met voorop onze grote publieke pleinen. Naast het relatief nieuwe Hertog Janplein hier aan het Huis van de Stad vind je vlakbij het Dorpsplein, een oude Frankische plaats, en het Kerkplein. Om het doorgaand verkeer uit het stadscentrum te weren, willen we een aantal bestaande wegen omvormen tot een Stadslaan, zeg maar een ring rond het centrum, die stilaan vorm krijgt. Eenvoudig is dat niet, want die wegen zijn tot stand gekomen via verkavelingen. Uiteraard staan de bewoners niet te springen voor meer verkeer of voor het afstaan van grond, wat hier en daar nodig is. Want we hebben geen alternatief. Als we de kwaliteit van het wonen en de beleving van het winkelen in de verdichte kern hoog willen houden, moeten we het doorgaand verkeer weghalen.”
“Binnen de Stadslaan streven we bij de ontwikkeling van binnengebieden telkens naar groene ruimtes. Het cultureel centrum sluit aan bij het Prinses Astridpark, een ontwerp van Paul Deroose. Tegenover de kerk hebben we in het verleden het zogenaamde Burgemeestershuis gekocht, een woning uit 1898 die is omgevormd tot restaurant. Het achterliggende park hebben we gevrijwaard als groene long, waar in de zomer allerlei festiviteiten plaatsvinden. Met die aanpak trachten we overal binnen de Stadslaan sterke publieke ruimtes te creëren die we met elkaar verbinden met voetgangersbewegingen. Zo streven we naar een verdichting waarin mensen op stapafstand alles kunnen bereiken en waar het ook ’s avonds prettig wandelen is.”
Mobiliteit is in de opbouw van een aangenaam centrum een basisgegeven. Walter Cremers: “Sinds de recente herinrichting van de Kerkstraat geldt daar voor auto’s een maximumsnelheid van 20 km per uur. Het aantal wagens is daardoor afgenomen, maar het conflict is toegenomen, want shoppers ervaren nu pas volop dat de auto daar echt niet thuishoort. Maar de handelaars hebben het al moeilijk door de e-commerce en andere concurrentie, en staan huiverig tegenover de idee van een compleet autovrije straat. Daarom zoeken we momenteel naar een consensus. We overwegen om het doorgaand verkeer nog meer te ontmoedigen, onder andere door hier en daar een knip te maken.”
Kwaliteitskamer
Het logische vervolgstuk van een goede ruimtelijke ordening is een kwaliteitsvolle architectuur. Ook daar slaat de stad de hand aan de ploeg, argumenteren onze gesprekspartners. Walter Cremers: “Projecten vanaf vier wooneenheden worden besproken door onze kwaliteitskamer, waarin naast afgevaardigden van onze GECORO mensen uit het beroepsveld met renommee of veelbelovende jonge ruimtelijke planners en architecten zitting hebben. Het team van Ward Verbakel bij Plusoffice Architects heeft een beeldkwaliteitsplan gemaakt voor ons hele grondgebied, waarop wij voor grote projecten kunnen terugvallen. Architecten appreciëren dat, zeker als hun opdrachtgever minder geporteerd is voor goede architectuur en zij een extra tegengewicht goed kunnen gebruiken.”
Peter Vanvelthoven: “In alles wat we zelf bouwen, zetten we in op kwaliteitsvolle architectuur. Dat was al zo met het Huis van de Stad, een ontwerp van Jo Crepain in samenwerking met vormgever Frans Van Praet. Ook voor meer recente en geplande projecten leggen we de lat hoog. Ik denk dan aan het crematorium, het dierenasiel, het nieuwe zwembad, de twee WZC’s van ons OCMW en de kunstacademie. Zelfs voor onze industrieterreinen waakt een werkgroep over de kwaliteit. Ondernemers morren wel eens als ze hun ambitie moeten opkrikken, maar achteraf zijn ze meestal tevreden dat ze die stap hebben gezet.”
Projecten voor een centrumstad
“De eigen projecten zijn bedoeld om onze rol als centrumstad voor Noord-Limburg ten volle te kunnen invullen, en maken dat onze eigen inwoners kunnen terugvallen op een ruim aanbod aan diensten, sport en cultuur”, vervolgt de burgemeester. “Het crematorium dat momenteel verrijst naast de centrumbegraafplaats, wilden we in eerste instantie zelf bouwen. We lieten onder meer studies uitvoeren naar de haalbaarheid, de locatie en de milieuaspecten en organiseerden een bewonersoverleg. Maar uiteindelijk hebben we de realisatie in handen gegeven van Pontes, de intercommunale van de provincie Antwerpen. Samen met zes andere Noord-Limburgse gemeenten hebben wij ons bij Pontes aangesloten. De opdracht is toegekend via een wedstrijd, die wij mee hebben gejureerd. Wij waren vooral gecharmeerd door het unieke concept en door het feit dat het winnende team de ingang voor de begraafplaats ook gebruikt voor het crematorium.”
“In ons sportpark De Soeverein realiseren we in een PPS met Pellikaan en Optisport een nieuw zwembad dat in 2018 in gebruik wordt genomen. De private partner staat in voor de bouw en de exploitatie, en wij betalen daarvoor gedurende 30 jaar een vergoeding. In tegenstelling tot heel wat gemeenten vinden wij een zwembad belangrijk. Daarom wilden we vermijden dat het bestaande, circa 45 jaar oude zwembad dat nog aan alle normen voldoet, plots onbeschikbaar zou worden en wij met een leemte zouden zitten.”
“Het dierenasiel is toegekend via een Open Oproep van de Vlaams Bouwmeester en gerealiseerd in samenwerking met de provincie. Voor de uitbating werken we samen met enkele andere gemeenten. Intussen is vlakbij een privaat dierencrematorium gerealiseerd, waarvoor hetzelfde ontwerpteam werd ingeschakeld zodat er een homogeen resultaat tot stand kwam. We hebben even getwijfeld of we die twee functies wel naast elkaar konden plaatsen, maar dankzij de architecten is er geen enkele wrijving.”
“Ons OCMW heeft de voorbije jaren twee nieuwe WZC’s gebouwd. Met het oog op sociale interactie hebben we bewust voorrang gegeven aan het WZC Kapittelhof pal in het centrum. De gemeenschappelijke ruimte daar benutten we voor externe doeleinden, zoals hoorzittingen. Twee jaar geleden is er naast het oude WZC in de groene wijk Heeserbergen een nieuw WZC Hoevezavel II gebouwd. Een deel van het oude gebouw, aangevuld met een nieuwbouw, wordt momenteel omgevormd tot kunstacademie. Bedoeling is dat de kinderen van de kunstacademie kunnen optreden in de gemeenschappelijke ruimte van het WZC.”
Betaalbaar wonen
Lommel kende de afgelopen jaren een constante bevolkingsaangroei, waaraan volgens de burgemeester niet meteen een einde zal komen. “De tewerkstelling op onze grote industrieterreinen trekt nieuwe inwoners aan. Anderzijds ruilen ouderen hun woning aan de rand in voor een centraal gelegen appartement. Een derde tendens is die naar eenoudergezinnen, wat zich vertaalt in een vraag naar kleiner en betaalbaar wonen. Over dat laatste hebben we geregeld discussies met een van onze twee sociale huisvestingsmaatschappijen, die nog te veel op maat van het klassieke gezin bouwt.”
Walter Cremers: “Met de tweede SHM delen we wel dezelfde visie, maar de financiering van de sociale woningbouw werkt contraproductief. Wij stellen de sociale huisvestingsmaatschappij grond ter beschikking, die daarvoor een vergoeding betaalt. Omdat die vergoeding in het centrum een eind onder de marktprijs ligt, kost ons dat handenvol geld. Intussen subsidieert de Vlaamse regering infrastructuurwerken, wat haaks op de verdichting staat. Zij zou dat geld beter reserveren voor de aankoop van gronden in het centrum.”
Peter Vanvelthoven: “We nemen zelf als stad heel wat initiatieven. In het kader van de Stadslaan hebben we een woning gekocht waar we cohousing willen mogelijk maken. Gezien de vele vragen die daar nog rond bestaan, wordt dat een interessant proefproject. Verder maken we verkavelingen op onze eigen grond waar we percelen tegen betaalbare prijzen aan Lommelaren en nieuwkomers aanbieden. In het verleden werkte dat prima, maar sinds een viertal jaar is de interesse mager. Dat heeft onder andere te maken met het feit dat de grote uitstroom van Nederlanders naar ons grondgebied sterk is afgenomen, waardoor de druk op de grondprijzen is gedaald. Tevens maakt de terugkeer naar de stad dat er aan de rand veel woningen met tuin te koop komen, die aantrekkelijk zijn voor jonge gezinnen. Tot slot daalt het aantal zelfbouwers onder invloed van de steeds strengere energie- en andere bouweisen. Om ons aanbod aan gronden toch te kunnen uitspelen, kijken we nu naar formules van erfpacht of opstal, zodat jonge gezinnen goedkoper kunnen wonen.”
Walter Cremers: “Intussen hebben we ook een samenwerking opgezet met de gemeente Hechtel-Eksel. Daarin willen we focussen op projecten om de verdichting beter aan te sturen en die binnen anderhalf tot twee jaar te realiseren zijn, zodat de samenwerking effectief resultaten oplevert. Ik denk bijvoorbeeld aan het afbakenen van een appartementenperimeter of manieren om voedingswinkels binnen de stadslaan te halen.”
Werk: sterke troeven maar …
Naast toerisme en de winning van kwartszand blijft de ruime beschikbaarheid van bedrijfsterreinen een grote troef voor de stad. Walter Cremers: “In de jaren 90 hebben wij de zink- en munitiefabrieken op het hart gedrukt dat ze eerst met ons moesten praten als ze hun grondvoorraad wilden afbouwen. Via onze aankopen toen hebben wij de basis gelegd voor het Kristalpark, dat we samen met de Limburgse reconversiemaatschappij LRM hebben opgezet. Een probleem blijft wel de ontsluiting. Door vooral Nederlands verzet ligt de IJzeren Rijn, de spoorwegverbinding naar Duitsland, er nog niet. De Nederlanders vrezen dat hun grote omslagcentrum in Venlo anders stevige concurrentie zou krijgen van Lommel.”
Peter Vanvelthoven: “Een ander euvel is de bottleneck die de Noord-Zuidverbinding stremt in Houthalen. De verbinding over water naar Antwerpen vergt dan weer een omweg omdat de capaciteit van het sluizencomplex Blauwe Kei te klein is. Een uitbreiding staat als nummer twee op de lijst van urgente investeringen voor de Vlaamse overheid, maar zal nog jaren op zich laten wachten.”
Intussen trachten de stad en haar partner LRM om innovatieve bedrijven naar het Kristalpark te halen. De burgemeester: “We beschikken hier al over een vestiging van Flanders Make, het strategisch onderzoekscentrum voor de maakindustrie. Verder bestuderen we met LRM de mogelijkheid van een Noord-Limburgse tegenhanger voor de Corda site in Hasselt. Daarnaast hebben we contact met Brainport Eindhoven. Daar is de nog beschikbare ruimte beperkt. Omdat Lommel slechts een halfuur rijden is van Eindhoven, opent dat perspectieven. Ook de luchthaven daar, intussen de tweede grootste van Nederland, komt ons ten goede. Onlangs vond er bijvoorbeeld een manche van het WK snooker plaats in De Soeverein. Al die internationale spelers kwamen via Eindhoven naar hier.”
Stadskas: pure energie
Hoe schraapt de stad het geld bij elkaar voor de nodige investeringen? Burgemeester Vanvelthoven: “Wij trachten creatief te zijn. Twintig jaar geleden voerden wij als eerste gemeente in de regio de zandbelasting in. Wij vonden dat de gemeenschap een financiële return mocht krijgen voor de zandontginning. Aanvankelijk leidde dat tot flink wat discussie, maar al snel zijn enkele buurgemeenten ons gevolgd. Voor een nieuwe bron van inkomsten zorgt onze instap in de productie van groene energie. De laatste serie windmolens op het Kristalpark zijn voor een zesde eigendom van de stad en brengen geld in het laatje en we participeren in twee nieuwe windmolenprojecten. Ook hier reageerden investeerders aanvankelijk wat weerbarstig, maar het argument dat de bevolking in ruil voor de slagschaduw en de visuele vervuiling iets terug mag krijgen, heeft hen al snel overtuigd. Verder plannen we op het Kristalpark het grootste zonne-energiepark van de Benelux, waar wij voor 40% of 50% zullen instappen. Dat alles stelt ons in staat te investeren zonder de belastingen voor onze inwoners te verhogen.”
Heeft de stad, gezien haar ligging aan de grens, last van criminaliteit? “Drugstoerisme vormt hier geen probleem, in tegenstelling tot in de Maasstreek. Waar we wel mee af te rekenen hebben, zijn drugsplantages. Recent hebben we drie drones gekocht om die op te sporen.”
Woont de burgemeester zelf in het centrum? “Ik woon al 25 jaar in onze winkelstraat, de Kerkstraat. Toen mijn kinderen kleiner waren, konden ze te voet naar school. Nu zijn ze 19 en 23 jaar. Als ze uitgaan, komen hun vrienden bij ons samen en hoeven ze er niet met de auto op uit.”
Door Colette Demil en Staf Bellens
“De uitgestrektheid van onze stad is een troef die je al snel kan verspelen als je overal alles toelaat.”
“Binnen de Stadslaan streven we bij de ontwikkeling van binnengebieden telkens naar groene ruimtes.”
(Copyrights foto’s:
© Studio Dann, © a2o architecten, © Stijn Bollaert, © Pieter Eeckeloo, © Stijn Bollaert, © Van Belle & Medina Architects)